Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

Nooit meer Valentijn
Een bezielend levensverhaal

Auteur

Peter van Ineveld

Uitvoering
Paperback
Reviews
5,0 / 5 (2 reviews )
Prijs
21 ,50
Verzending
Gratis verzending in Nederland en België
Levertijd
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)

Samenvatting

In Nooit meer Valentijn blikt de auteur terug op zijn katholieke jeugd in Roosendaal en laat hij op overtuigende wijze zien hoe ingrijpende gebeurtenissen uit die tijd zijn verdere leven hebben bepaald. Eerst worden we opgeschrikt door het onverwachte overlijden van zijn moeder. Peter is dan tien jaar. Slechts een half jaar later begint het seksueel misbruik door een kerkdienaar, de biechtvader van het jonge misdienaartje. Deze pastoor, vertegenwoordiger van God, denkt alleen aan zijn eigen genotzucht en geilheid. Hij ziet zijn kans schoon. De goede God blijkt ook de duivel te zijn.

In deze autobiografie weet Peter van Ineveld aan de hand van persoonlijke lotgevallen en herinneringen op originele wijze de sfeer op te roepen van de jaren vijftig, zestig en zeventig in West-Brabant. De auteur steekt de draak met het Scheppingsverhaal van de kerk dat hij als kind geïndoctrineerd kreeg en hij laat de Almacht zelf uitleggen hoe het heelal en het leven zijn ontstaan in de ‘Ordening’.

Het boek geeft ons een intiem relaas van de gevolgen van de vroegtijdige dood van zijn moeder en het misbruik. Op het gezin, hemzelf en zijn omgeving. De auteur beschrijft aangrijpend hoe hij er desondanks in slaagt een toekomst op te bouwen.


Over de auteur

Peter van Ineveld (Roosendaal, 1948) was etaleur, werd eerstegraads bevoegd docent wiskunde en is nu saxofonist. Discipline en doorzettingsvermogen voeren hem over zijn levenspad. Kunst, creativiteit, de exactheid en kracht van een wiskundig bewijs bewegen zijn emoties. Muziek steekt daar later nog als passie bovenuit.

Productinformatie

ISBN
9789463899734 / 978-94-638-9973-4
Uitgeverij
Boekscout
Verschijning
14-02-2020
Taal
Nederlands


Uitvoering
Paperback
Pagina's
190
Formaat
A5
Illustraties
Nee

Inkijk

Nou vandaag is het dan eindelijk zover.
Via de politie-app weet ik dat er aanstaande maandag een inval bij de buren gaat plaatsvinden. Er gebeurt niks. Ik spreek Cristóbal - onze huisbaas is ondertussen helemaal op de hoogte - die zegt:
“Dinsdag gaat het gebeuren.” No pasa nada... Woensdag... niks! Is dit het zo Spaanse mañana, mañana? Nee, ik krijg een appje van David.
“Wat een leuke kleinkinderen heb je! Blijven ze lang?” Gespot via de kijker. Remko, Fem en de kinderen zijn inderdaad bij ons op vakantie en David wacht met zijn kornuiten tot ze donderdag vertrekken om elke verstoring of risico voor de kleintjes uit te sluiten.
Remko is vanochtend vroeg vertrokken en om elf uur stopt er beneden aan de weg een auto met twee elektriciens. Ladder tegen de paal, gereedschap eruit. Ik ga ernaartoe.
“¿Que pasa? Gaan jullie de elektriciteit afsluiten? Bij mij of bij de buren?” Dat weten ze niet. Dan zie ik de rechercheurs aankomen. David maakt een snijbeweging met zijn hand ter hoogte van zijn hals. Duidelijk. Voor ons het moment om met een kop koffie achter de heg te duiken. De rechercheurs komen naar boven, één stelt zich verdekt op bij onze poort, pistool op het dijbeen, de ander rammelt hard aan het hek bij de buren. De honden - er zijn er meerdere ondertussen - slaan aan en komen op het hek afgerend, de pitbull voorop, maar met een stukje Ibericoham maak je snel vrienden. Kwijlend staan de honden te wachten tot hun baasje naar buiten komt. Het hek moet open, er volgt een discussie met ‘el Tío’, de oom.
“Er is iets met de aansluiting van uw elektriciteitsmeter beneden, komt u zelf even kijken.” Het hek gaat eindelijk open. De tweede rechercheur komt nu ook in beeld. Beneden arriveren jeeps van de Guardia Civil, geüniformeerde politie komt naar boven, schiettuig binnen handbereik. Buurman gaat met alleen dat korte rode broekje aan op de foto. Onmogelijk zijn dikke buik te verbergen. Evenals zijn kwekerij trouwens, want de politie gaat massaal naar binnen. De jeeps komen naar boven rijden en blokkeren de uitgang. Wij wachten dan ook maar even met boodschappen doen. Na een intensief onderzoek in het huis wordt ‘el Tío’ geboeid afgevoerd. In de korte broek en een shirtje nu, zijn warrige blonde krullenkop, in groot contrast met de huidige meteorologische omstandigheden, op onweer. Hij roept nog iets wat voor ons niet te verstaan is. Niet alleen door onze gebrekkige kennis van zijn dialect, maar ook door het gemis van zijn vier voortanden.
De elektriciens vertellen ons dat we weer licht hebben. De rechercheurs zoeken de grootste kippen uit. We gaan boodschappen doen.

Reviews

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

Geschreven door Karel de Feijter op 01-03-2020
HELENDE WERKING VAN CREATIVITEIT
Peter van Ineveld, Nooit meer Valentijn, een bezielend levensverhaal



In Trouw van 12 februari 2020 stond een interview met Thomas Heerma van Voss, waarin hij ageert tegen de roep van uitgevers en media om persoonlijke romans. Daarin raakt fictie te veel verstrengeld met het eigen leven van de auteur. Hij noemt o.a. de roman van Charlotte Mutsaers, Harnas van Hansaplast. Heerma van Vos: "De waarde van een boek begint bij de literaire middelen die een schrijver inzet om een verhaal meeslepend vorm te geven." In het boek van Peter van Ineveld, Nooit meer Valentijn, is sprake van het omgekeerde: persoonlijke lotgevallen, non-fictie, staan centraal. De ondertitel, een bezielend levensverhaal, en de cover, waarop een foto van de auteur aan de hand van zijn vader staat afgebeeld, wijzen daar expliciet op.

Toch is dit boek meer dan het zoveelste autobiografische verhaal. Natuurlijk is er een sterk anekdotische laag, waarbij twee gebeurtenissen centraal staan: het plotselinge, vroegtijdige overlijden van de moeder met alle gevolgen van dien voor het gezin uit de jaren '50 , en het maandenlange misbruik van de auteur als misdienaar door de pastoor. Deze vertellaag heeft echter sowieso al meerwaarde voor de lezers, zeker de ouderen onder hen. Herkenbaar is dat er over gemis van een dierbare nauwelijks gesproken werd; professionele hulp bij rouwverwerking bestond nog niet. Datzelfde geldt helaas ook voor het misbruik van jongeren door rooms-katholieke religieuzen. Pas de laatste decennia kreeg dit thema alle aandacht, uiteraard vooral vanwege de grote impact op het karakter van de misbruikte. De schrijver is daar heel duidelijk over: jarenlang worstelde hij met een gevoel van minderwaardigheid en durfde hij in zijn dagelijkse werk- vele jaren als docent wiskunde- nauwelijks voor zijn mening op te komen. Dat gevoel werd bovendien versterkt door de rol van de vader in het gezin. Deze man miste, mede door een fysiek gebrek, het empathische vermogen om zijn twee dochters en drie zonen na het wegvallen van zijn vrouw op te vangen.

In het Voorwoord benadrukt de auteur dat de gebeurtenissen werkelijk hebben plaatsgevonden, maar dat een aantal situaties iets in de tijd is verschoven. Met andere woorden: er worden literaire middelen aangewend ten behoeve van de leesbaarheid. De vraag of dit boek thuishoort in het menggenre van literaire non-fictie , komt naar voren.
Zoals daarboven aangestipt noemt de auteur zelf de structuur. Om spanning in de brede zin van het woord bij de lezer op te roepen wordt een niet-chronologische volgorde gehanteerd. Het verhaal begint met de terugkeer van Peter en zijn vrouw van Spanje naar Nederland in 2017. De uitschrijving ging een stuk vlotter dan de inschrijving drie jaar daarvoor. De lezer krijgt een humoristische kijk voorgeschoteld op de Spaanse bureaucratie... Daarna voert de auteur ons via flashbacks naar de al gememoreerde afschuwelijke situaties in zijn jeugd. De lezer blijft geboeid door het spel van vooruit- en terugverwijzingen en cliffhanger-achtige laatste zinnen van een hoofdstuk. Zo staat er over Spaanse buren: wij kregen achterdocht. En de Guardia Civil ook. (21) . Nieuwsgierig maken ook de twee slotzinnetjes van hoofdstuk 6: Ook bij die biechtvader. Van Peter. (54) Verderop wisselen de verhaaldraden van de perikelen rond het aangeven van het seksueel misbruik, gebruikelijke verwikkelingen in gezin en familie en de ontwikkeling van zijn maatschappelijke carrière zich af. Hoofdstuk 13, Het Meldpunt, besluit met een paar vragen die schreeuwen om invulling: Zal de bisschop van Breda geadviseerd worden de klacht gegrond te verklaren? Zo ja, in welke categorie? Compensatie? (112) Antwoorden daarop lees je in het laatste hoofdstuk...

Minstens zo interessant is de perspectiefwisseling die steeds plaatsvindt. In het begin is er een ik-verteller aan het woord, die samenvalt met de auteur. In het vierde hoofdstuk treedt tot verrassing van de lezer een ik-figuur op , die echter God blijkt te zijn... Een aantal keren zelfs neemt God het woord. Aanvankelijk is de lezer geneigd om hem serieus te nemen, maar allengs krijgt hij het gevoel dat de schrijver de God ironiseert. God stelt dat Hij - de Almachtige, Jaweh, Beëlzebub - de Ordening heeft geschapen, maar verder niet ingrijpt. Zelf heeft hij twee kanten: een goede en een kwade... Zo plaatst hij de idee van lust in het denkvermogen van aan het celibaat gebonden priesters. Maar Hij heeft geen invloed op de uitwerking daarvan.. Die door hem geschapen Ordening zorgt voor ontwikkelingen in de wereld-, maar ook in particuliere geschiedenis, helaas ook bij Peter. Dat 'Almachtige' beeld - 145: en dat heeft Peter nooit geweten - ik als Almacht natuurlijk wel - die supergoede les was juist het probleem. De kritiek van de auteur wordt duidelijk: deze God is niet Almachtig, het is de Ordening. Op te vatten als: de 'natuurlijke' gang van zaken?? God geeft toe dat de Ordening vaak snoeihard en meedogenloos toeslaat. De auteur verzucht aan het eind van hoofdstuk Noodjaar dat de mens niet in de Ordening kan ingrijpen, maar wel zichzelf kan veranderen. Klinkt hier niet de discussie nature <>nurture door?
In de tweede helft van het boek wisselen hij- en ik-vorm zich af. De in grote lijnen weergegeven loopbaan, het verblijf in Andalusië en de gang van zaken rond de aanklacht van Peter over het misbruik, ingediend bij de Commissie-Deetman, worden in de verleden tijd en in de hij-vorm verteld. Passages die extra belicht worden, worden 'verhaald' in de tegenwoordige tijd en in de ik-vorm van hoofdpersoon Peter.

Voor de leesbaarheid van een boek is de stijl ook van belang. Arnold Grunberg citeert in zijn lofrede, gehouden ter ere van de opening van het Multatuli-jaar ( Volkskrant, 18 februari 2020) uit Max Havelaar: De estheet mag een vijand zijn van de waarheid, maar de waarheid behoeft wel degelijk een goede stijl en goede stijl behelst kennelijk dat men weet wat men wil zeggen. Ook in dit opzicht is dit verhaal zeer leesbaar. De lezer kan fraaie formuleringen noteren, vol treffende beeldspraak, rake vergelijkingen: het beambtevingertje omhoog met een beweging van een auto-ruitenwisser in de hoogste stand / een averechts-randstad-tempo / een ontblote tors als een regenton / steeds meer 'Peter Stuyvesant' in rook te laten opgaan / niemand van ons gaat bij de harmonie of op muziekles om eens een vrolijker noot te laten klinken / voldoend durf-door-drank. Korte, telegramachtige zinnetjes verhevigen de emotie: Wat is dit? Dit kan niet! Niks gebeurd?! Wel wat gebeurd. Een van de schrijnendste zinnen is deze: Ik ben tien en kan niet huilen. Iemand die echter de volgende zin leest: een senora met rondingen waar je geen maculapucker voor nodig hebt, dient beslist verstand te hebben van oogheelkunde....

De aandacht trekkende hoofdtitel Nooit meer Valentijn verwijst naar de sterfdag van de moeder van de auteur, maar indirect ook naar het gebrek aan liefde daarna in het gezin. De relatie tussen Peter en zijn vader is sterk gestoord. Allebei zijn ze echter vanaf hun jeugd psychisch gekwetst. De oorzaak bij de vader was een scheel oog, waardoor hij, soms letterlijk, op de achtergrond moest blijven. Zijn eenzaamheid werd versterkt door woede om het niet te verwerken overlijden van zijn vrouw. Zijn gezin leed daar erg onder. Ontroerend is de poging van Peter, juist hem!, om na vaders overlijden zijn beide ogen te sluiten. Dat lukt niet: de man wordt niet "heel". Dat helingsproces, weer in balans komen met jezelf, daartoe is Peter wél in staat. Zijn leergierigheid leidt - steeds met keihard werken in de avonduren - tot een havodiploma en na 6 jaar een eerstegraadsbevoegdheid wiskunde. Ook is hij muzikaal creatief, getuige zijn meer dan verdienstelijk bespelen van de saxofoon.

De een na grootste bevrijding uit het psychische dal waarin de hoofdpersoon verkeerde, is als de aanklacht van misbruik gegrond wordt verklaard. Maar het helingsproces is voltooid met de uitgave van dit autobiografische relaas, dankzij de onmiskenbaar aanwezige schrijftalenten van de auteur. Ik beantwoord de vraag aan het begin van deze bespreking overtuigd positief: dit is een verhaal dat de lezer aangrijpt én bezielt, mede ook door aantoonbaar literaire kwaliteiten!

Karel de Feijter, 29 februari 2020
door Jacqueline de Rond op 30-03-2022
Mooi geschreven boek, prachtige inkijk in de wereld zoals die was in de 50-jaren, het wassen in de teil en andere details. Wat was het toen nog simpel allemaal.

Wat heeft mij doen besluiten dit boek te lezen? Pastoor Smoor was mijn heeroom, ik heb zijn pastoorshoed met kwast. Ooit was mij al iets ter ore gekomen over de beschuldiging van seksueel misbruik van de misdienaars. Nu ik mij aan het verdiepen ben in de familiestamboom, kwam dit terug. Ook ik was in die mooie kamer van deze pastoor, met zijn indrukwekkende sfeer.

Vreselijk naar dat seksueel misbruik zo'n effect heeft op je leven. Dapper, heel dapper om het op te schrijven.

Graag mag u deze review delen met de auteur en mijn excuses voor het gedrag van mijn heeroom aanbieden. Wat was mijn oma trots op haar broer, de pastoor. Wat heb ik zelf het witte Smoor-haar.

Zelf werk ik als psychotherapeut heel veel met misbruikte mensen, hoop zo mijn steentje toch bij te kunnen dragen op hetgeen is aangericht door daders.

Met vriendelijk groet van mij, Jacqueline de Rond (19-06-1952), www.centrumderond.nl

woonachtig in Groningen, geboren in Standdaarbuiten, opgegroeid in de NoordOostPolder.