Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

Geloof niet alles wat je denkt
Mijn weg naar herstel van anorexia, depressie en ptss

Auteur

Anne-fleur van Haren

Uitvoering
Paperback
Reviews
5,0 / 5 (3 reviews )
Prijs
21 ,99
Verzending
Gratis verzending in Nederland en België
Levertijd
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)

Samenvatting

Inmiddels wist ze dat ze niet dood wilde. Als ze dan toch moest blijven leven, dan moest ze het leven toch maar wat dragelijker proberen te maken.” In dit boek neemt Anne-fleur je mee in haar weg richting herstel van anorexia, depressie en PTSS. Je leest hoe ze langzaam maar zeker uit haar diepste dal klimt en haar leven weer probeert op te bouwen. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Gelukkig is vallen niet erg, zolang je maar weer opstaat. En dat doet ze. Anne-fleur staat op tegen haar eigen gedachten en langzaam maar zeker wint ze van haar onzekerheid. Je hoeft tenslotte niet alles te geloven wat je denkt.

Over de auteur

Anne-fleur van Haren (2002) en haar hulphondje Kodo hebben al een boel meegemaakt. Naast dat ze een van de oprichters van de campagne Lijm de Zorg is, blogt en schrijft ze over haar ervaringen en herstel. Anne-fleurs lichtpuntjes in het leven zijn haar vrienden, dansen, Kodo en schrijven. Op dit moment rond ze haar middelbare schooldiploma af en ze wil daarna gaan studeren. Uiteindelijk hoopt ze haar ervaringsdeskundigheid in te kunnen zetten om anderen te helpen.

Productinformatie

ISBN
9789464037166 / 978-94-640-3716-6
Uitgeverij
Boekscout
Verschijning
06-11-2020
Taal
Nederlands


Uitvoering
Paperback
Pagina's
206
Formaat
A5
Illustraties
Nee

Inkijk

Trillend zet ik Kodo op de grond en loop voor de huisarts uit naar binnen. Ik verstop me in het hoekje van de bank. Mijn benen voelen aan alsof ze van elastiek zijn en ik begin te klappertanden. Dokter Van de Tuinen haalt een hartslagmeter uit haar tas en doet hem om mijn vinger. Te hoog, natuurlijk. Mijn bloeddruk wordt gemeten en terwijl ze dat doet, legt ze aan mijn moeder uit wat er gebeurd is. Ik staar naar de vloer. Ik durf niemand aan te kijken.

            ‘Anne-fleur?’ Voorzichtig kijk ik op naar mijn huisarts. ‘Ik ga het ziekenhuis bellen. Ik wil dat je zo snel mogelijk naar de spoedeisende hulp gaat.’ Ik begin mijn hoofd te schudden.

            ‘Nee… Dat hoeft niet… Zo erg is het niet…’ Ik wil doorgaan met protesteren, maar dokter Van de Tuinen onderbreekt me:

            ‘Jawel, het is wel zo erg. Ik wil echt dat je zo snel mogelijk in het ziekenhuis bent. Hopelijk kunnen ze de schade aan je lever dan voorkomen. Het spijt me lieverd, maar ik ga een ambulance voor je bellen.’ Vol ongeloof kijk ik haar aan terwijl ze mijn precieze adres aan mama vraagt. Dit gebeurt niet. No way. Ineens word ik supermisselijk. Ik hoor de huisarts op de achtergrond uitleggen wat er is gebeurd en waarom ze vindt dat er een ambulance moet komen. Zodra ze terugkomt, vraagt ze aan me of ik ooit al eens in een ambulance heb gezeten. Ik schud zachtjes mijn hoofd. De huisarts begint uit te leggen hoe de ambulance in zijn werk gaat. Het gaat langs me heen. Zodra ze klaar is met praten, wordt er aangebeld. Mijn hoofd schiet omhoog richting de deur. Shit. Kan een ambulance er echt zó snel zijn? Mijn stiefvader doet de deur open en het zijn inderdaad de medewerkers van de ambulance. In paniek kijk ik naar mijn huisarts.

            ‘Het komt goed. Echt. Ik help je nu met naar beneden lopen.’ Ze pakt mijn arm en helpt me richting de ambulance buiten. Ik sta voor de open ambulancedeur. Ik durf niet.

            ‘Tot gauw meid’, hoor ik de huisarts nog zeggen voordat ik zachtjes de ambulance in geduwd wordt. Ik moet op de brancard gaan liggen en wordt ingepakt in een witte deken. Ik word ingesnoerd zodat ik niet van het bed af rol en dan hoor ik de ambulancebroeder zeggen dat ze met spoed gaan rijden. Oh god. Dat is met sirene. De hele weg gaat aan me voorbij. Terwijl de sirene loeit is er maar één gedachte die de hele tijd door mijn hoofd heen gaat: Dit gebeurt niet. Dit gebeurt niet. Dit kan niet echt zijn. De ambulancedeur wordt opengedaan en de twee ambulancebroeders rijden me met brancard en al het ziekenhuis in. Ik hoef in elk geval niet zelf te lopen. Ik word precies dezelfde kamer ingerold als de vorige keer. Wauw. Toevallig. De ambulancebroeders laten de brancard zakken en maken me los. Ik stap voorzichtig van de brancard af en ga op het ziekenhuisbed liggen. De ambulancemedewerkers geven mij en mama een hand en vertrekken dan weer. Ik ben nog steeds aan het trillen. Wat heb ik gedaan?!

Reviews (3)

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

door anke op 09-11-2020
Qat een fijn boek om te lezen, ze schrijft heel mooi en je wilt verder lezen, dat is erg knap!
Volgens mij gaan we zeker nog wel wat van deze jonge schrijfster horen!
door desiree op 09-11-2020
Mooi geschreven, pakkend verhaal dat je wilt blijven volgen, moeilijk om het boek weg te leggen! Geeft een realistisch beeld over hoe deze mensen worstelen met hun gedachten.
door Annabelle op 08-09-2021
Confronterend en mooi boek. Enorm sterk geschreven, nog nooit zoveel mensen een boek aangeraden.