Samenvatting
Rik en Tom zijn twee jonge knapen die eind jaren ‘80 toevallig iets op het spoor komen. In de saaie gemeenten waarin ze wonen gebeurt nooit wat, tot dan… In hun jeugdige naïviteit gaan ze op onderzoek uit. Vindingrijk en vol enthousiasme starten ze hun speurtocht. Zich onbewust van het feit dat hun jeugdig onderzoek een grote impact zal hebben op hun volwassen leven. Wat ontdekken deze boezemvrienden en waartoe leidt het hen in hun latere leven? Zal hun vriendschap dit avontuur overleven en komen ze ooit tot de ware toedracht?
Over de auteur
Gunther Buckens (1973) vertoefde een vijftiental jaar op de arbeidsmarkt en werkt sinds 2007 bij de politie. Eerst bij de dienst interventie, maar sedert een drietal jaar als motorrijder bij de cel verkeer. Hij is geboren en getogen in de Vlaamse Ardennen, maar week samen met zijn vriendin Sofie uit naar het even mooie Meetjesland. Verder probeert hij de opvoeding van zijn drie zonen van twintig, zeventien en drie jaar mee in goede banen te leiden. Zijn creatieve ei uitte hij tot nu toe in het tekenen van portretten, maar hij zocht een nieuwe uitdaging. Zo ontstond het idee om een roman te schrijven. Het is een fictieve misdaadroman geworden, gevoed door een aantal jeugdherinneringen en beroepservaringen.
Productinformatie
- ISBN
- 9789464310115 / 978-94-643-1011-5
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 24-12-2020
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Romans
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 100
- Formaat
- 12,5 x 20 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
Getuige van al dat fraais was Bea van de apotheker, zij werd twee dagen voor Kerstmis genadeloos van de weg gemaaid. Sindsdien ging ze door het leven als Blèkn Bea. Of ze die bijnaam heeft gekregen omdat al haar conservenblikken lagen verspreid over de weg, of omwille van het feit dat ze na het ongeval met heel wat ijzerwerk weer aaneen werd gevezen, blijft tot op heden een lokale toogdiscussie. Het was dan nog onze eigen burgervader die haar met een neut te veel op over de motorkap van zijn knalrode Mercedes 190 katapulteerde. Lodewijk de burgemeester was ook huisarts in het dorp en kon onmiddellijk de eerste hulp bieden. Of zou dit kunnen doen hebben, ware het niet dat hij al overgevend naar toen nog Gebroken Bea strompelde om naast haar zelf het bewustzijn te verliezen.
Ik keek al vol spanning uit naar het krantenartikel, ik had toen al door dat reporters het niet al te nauw namen en de sensatie over de waarheid de bovenhand lieten nemen. Vandaag is dit uitgegroeid tot een van mijn ergernissen. Ik moest de krant twee keer doornemen voor ik het artikeltje vond, ergens in een vergeten hoekje van het regionaal nieuws. Amper vijf regels.
Op 23/12 gebeurde een verkeersongeval tussen een voetganger en een personenauto in de Boulevard op Velde te Boerebeke. Automobilist L.V.H. reed er voetgangster B.D. aan. B.D. werd per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. L.V.H. bleef ongedeerd.
Ik kon mijn ogen niet geloven. Dan gebeurde er eens iets in Boerebeke. Leugens stonden er niet in, maar er ontbrak wel een en ander. De volledige identiteiten werden zorgvuldig herleid tot wat initialen. Over de geïntoxiceerde toestand van de ‘automobilist’ werd in alle talen gezwegen. Het feit dat Bea haar rechtervoet onder haar oksel geplooid lag en de helft van haar eetservies op het asfalt lag, werd ook zorgvuldig uit het artikel gemeden. Waarschijnlijk zat het getouwtrek van automobilist de burgemeester daar doofpotsgewijs wel voor iets tussen. Bea zou echter niet lang Blèkn Bea blijven, een klein jaar na haar ongeval werd zij plots Dooje Bea.