Samenvatting
Ken je mij is een indringend verhaal over de lijdensweg van een afstandsmoeder.
Het boek beschrijft op meeslepende wijze het leven van Magda van Sloten en Herman Stellingwerf, de zoon die Magda wel kreeg maar nooit mocht zien. Het verlangen naar hem beheerste haar leven op dramatische wijze.
Het begrip ‘afstandsmoeders’ stond in de naoorlogse jaren voor ongewenst zwangere moeders die werden gedwongen afstand te doen van hun kind, omdat dit beter zou zijn voor beiden.
Over de auteur
Ed Heijmans, woonachtig in Amersfoort, ontwikkelde zich als verhalenverteller tijdens zijn loopbaan als leerkracht in het basisonderwijs. Eerder verschenen van hem twee kinderboeken, die hij zelf van illustraties voorzag. In 2018 schreef hij een korte roman over de thema’s eenzaamheid en obsessie. Ken je mij? is zijn eerste grote roman over het leven en lijden van een afstandsmoeder.
Naast het auteurschap vervaardigt Ed Heijmans als beeldend kunstenaar schilderijen van landschappen en abstracte thema’s.
Inkijk
In het ziekenhuis wachtte een groepje verpleegkundigen. Ik werd in een rolstoel gezet en naar een afgezonderd afstandskamertje gereden. Vele handen tilden me daar in bed, waarna mijn onderlichaam werd ontkleed.
“Hallo, ik ben Anneloes. We spreken af dat jij je niet voorstelt. Het is beter dat we jouw naam niet kennen in verband met de geheimhouding.”
Voor Anneloes was dit waarschijnlijk heel vanzelfsprekend, maar voor mij weer een bevestiging van mijn ontkende werkelijkheid. Veel tijd om erover na te denken had ik niet, daar de eerste weeën al in de ambulance waren begonnen en snel in hevigheid toenamen.
Toen het hoogtepunt zich aankondigde werd er door twee medewerkers een laken tussen mijn buik en benen omhooggehouden, dat het zicht op de gebeurtenissen bij mijn onderlichaam ontnam. Het opvangen van de heftige weeën en mijn noodzaak om te persen eisten al mijn aandacht op, waardoor de scherpte van mijn waarneming afnam. Het enige dat ik hoorde waren de commando’s van mevrouw Huisman.
Zo lang als de voorbereiding op de geboorte had geduurd, zo plotseling kwam het moment dat het nieuwe leven naar buiten floepte. Wat na de ontlading overbleef was een enorme leegte.
En toen gebeurde het: ik hoorde de oerkreet van het leven, die eerste schreeuw, die vraag om acceptatie, de vraag om hulp vanuit de erkenning het leven niet alleen aan te kunnen, de oerkreet die zorgt voor de bloedband of je het nu wil of niet.
“Mama, mama, help me!”
Ik keek, maar zag alleen het doek.
“Haal verdomme dat laken weg!” schreeuwde ik buiten zinnen en met overslaande stem.
Maar zoals mijn hele zwangerschap was ontkend, werd ook mijn prille moederschap geweigerd.
“Haal weg, haal weg. Alsjeblieft haal het weg,” kreunde ik met afnemende kracht. Maar het enige dat werd verwijderd was mijn pasgeboren kind. Toen het laken uiteindelijk omlaag zakte zag ik nog juist de ambulancemedewerker met een draagbare couveuse in de gang verdwijnen.
Het leven was uit mij.