Mr. Badjas en de jacht op de professor

Johan is een doodnormale jongen die opgroeit bij zijn vader. Totdat de meest vreselijke nacht van zijn leven aanbreekt…

"Papa? Papa!?"

Zijn vader wordt maar niet wakker…

Johan ontmoet een zwerver waar hij opmerkelijke avonturen mee beleeft.

Er klinkt een sirene. Johan wil nog wegrennen, maar hoe kun je wegrennen uit een steeg?

In een weeshuis ontmoet hij twee vrienden: Tom en Lisa. Het lukt de drie vrienden om samen te ontsnappen. Maar er is iets vreemds aan de hand: ze komen bij Toms buurvrouw die nogal apart is... Maar dat was niet het enige vreemde. Ze ontdekken dat er een demoon in Johan zit. Samen openen ze de jacht op de professor, die kwade plannen heeft met deze demoon. Natuurlijk wel samen met mr. Badjas!

Mylan van der Ven is elf jaar oud en komt uit het Westland. Hij zit in groep acht van de basisschool. Al van jongs af aan is hij dol op boeken. De creatieveling begon met strips tekenen toen hij zes jaar oud was. Naast lezen en tekenen, staat hij graag op het hockeyveld. Mylan hoopt met zijn boek veel enthousiaste lezers nieuwsgierig te maken. Wie weet volgen er meer verhalen van deze jonge schrijver...

Die nacht kon Johan niet slapen. Hij probeerde alle houdingen in een poging te slapen. Maar het lukte hij niet. Hij stapte zijn bed uit en hij ging naar de wetenschapskamer. Hij deed de deur open en keek meteen naar alle drankjes die in het midden van de kamer stonden. Hij noemde het: ‘de drankjeskast’. Hij keek door alle drankjes heen. Bij sommigen trok hij een vies gezicht: die hadden de kleur van poep. Johan liep naar zijn vaders bureau. Er lag een document op zijn bureau.

Er stonden allemaal moeilijke cijfers en dingen op. Johan liep terug naar de drankjeskast om de drankjes weer eens goed te bekijken. Plotseling hoorde Johan een enorme knal! Hij schrok zo erg dat hij hard met zijn elleboog tegen de kast stootte. Het paarse drankje dat hij in zijn hand had vloog over hem heen. Een paarse vlek op zijn badjas spreidde zich uit. De kast wiebelde even en viel toen vol op Johan. Johan kwam met een verlamde elleboog zo snel mogelijk onder de kast vandaan en ging snel naar zijn kamer.

Even later hoorde hij voetstappen vanuit de gang. Er rammelde iemand aan de deurknop en de deur ging met een krakend geluid open. Daar stond een man met zwarte haren, een stoppelbaard en een pistool. Hij richtte het pistool op Johan. Maar er stond iets achter hem. Was het een... klauw? Een paarse scherpe klauw kwam langzaam op de man af. De klauw greep de man vast bij zijn keel, schudde hem wild heen en weer en gooide de man toen het raam uit. Johan keek snel door het raam. De dief lag op de grond alsof hij dood was, maar daarna stond de dief op en rende snel weg. Johan wilde nog naar de klauw kijken, maar die was al weg.