Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

Nooit meer concurreren
Onderzoek naar de balans tussen samenwerken en concurreren tijdens de menselijke evolutie

Auteur

Huib Papenhuijzen

Uitvoering
Paperback
Reviews
5,0 / 5 (2 reviews )
Prijs
24 ,50
Verzending
Gratis verzending in Nederland en België
Levertijd
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)

Samenvatting

De vroege mens was niet sterk, had geen gevaarlijke klauwen of sterke hoektanden en kon niet hard rennen. Hoe konden de kwetsbare Hominini (mensachtigen en mensen) op de gevaarlijke savannes van Afrika dan toch overleven en evolueren? Door intensief samen te werken. Allerlei evolutionaire aanpassingen aan de lichaamsbouw en van het gedrag leveren daarvoor het bewijs. Samenwerken was niet alleen het preferente gedrag van de evoluerende mens, maar is eveneens het dominante gedrag in de gehele levende natuur, want het is emergent. Nu is emergentie specifiek voor iedere soort. De menselijke emergentie voorziet in een bijzonder aanpassingsvermogen, waardoor Homo erectus zich vanaf twee miljoen jaar geleden al over een groot deel van de aarde kon verspreiden. Waarom Homo sapiens tijdens de sedentarisatie dan onderling begon te concurreren en of dat zelfdestructieve gedrag nog te stuiten is leest u in dit boek.

Over de auteur

Uit verwondering over het vaak tegenstrijdige gedrag van de mens onderzoekt Huib Papenhuijzen (1948) de samenhang tussen concurreren en samenwerken. Beide gedragsfenomenen komen in de gehele levende natuur in allerlei verhoudingen voor en zijn de moeite van het bestuderen meer dan waard. In 1997 begon hij met reizen naar tamelijk onbekende gebieden om daar in contact te komen met zogeheten natuurvolkeren. Hij verwonderde zich over het vaak egalitaire gedrag, zoals van de Mikea op Madagaskar en de Bosjesmensen in de Kalahari. Daarover publiceerde hij in de voorgaande jaren twee veldstudies. Het boek met de prikkelende titel Nooit Meer Concurreren is zowel het resultaat van zijn ontmoetingen met natuurvolkeren als van meer dan twaalf jaar onderzoek. Hij legde over de hele wereld contacten met universiteiten en archeologen, antropologen, primatologen en gedragswetenschappers. Zijn onderzoek is dan ook stevig gefundeerd op wetenschappelijke inzichten. Nooit Meer Concurreren begint met de beroemde natuurmens van de achttiende-eeuwse filosoof Jean-Jacques Rousseau en zijn analyse over de oorzaken van de ongelijkheid tussen mensen. Met de kennis van nu onderzocht Huib Papenhuijzen hoe de balans tussen competitief en coöperatief gedrag gedurende de menselijke evolutie zich ontwikkelde. Waarom de mens egalitarisme, emancipatie en vrijheid nastreeft blijkt evolutionair uitstekend te verklaren. In zijn onderzoek analyseert de schrijver niet slechts het gedrag van de mens in het verre verleden, maar ook in het heden en geeft tenslotte zijn visie op de toekomst. Zijn stelling is dat de menselijke beschaving ophield bij de sedentarisatie - de opkomst van landbouw en veeteelt - toen de balans omsloeg van samenwerken naar concurreren en mensen elkaar massaal, georganiseerd door de competitieve heerser, begonnen uit te roeien. De stenen knotskop was het massavernietigingswapen van het eerste uur en markeert de omslag van samenwerken naar concurreren. Gestileerd tot de koningsscepter, staat de knotskop tot vandaag de dag symbool voor macht, ongelijkheid en gebrek aan samenwerking.

Productinformatie

ISBN
9789464507423 / 978-94-645-0742-3
Uitgeverij
Boekscout
Verschijning
19-08-2022
Taal
Nederlands


Uitvoering
Paperback
Pagina's
296
Formaat
16 x 24 cm
Illustraties
Ja

Inkijk

Eigenlijk weten we wel dat je beter met elkaar kunt samenwerken dan concurreren, maar we doen het niet. Of, beter gezegd, niet meer sedert de eerste jager-verzamelaar zijn akkertje omheinde en de legendarische woorden sprak: “Dit is van mij.” De achttiende-eeuwse schrijver Jean-Jacques Rousseau dramatiseert met die zin uit zijn beroemde opstel Over de ongelijkheid tussen mensen dat moment als het keerpunt in het gedrag van de natuurlijk levende mens naar de mens die ging samenwonen in stad en staat.

Echter niet het eerste privé-akkertje, maar het eerste huis en met name haar muren vormden het keerpunt. Immers de onderlinge banden bij de groepjes jagers-verzamelaars waren hecht, omdat de groepsleden elkaar voortdurend zagen en veel met elkaar interacteerden. De groep rondtrekkende, jagende en verzamelende mensen varieerde naar schatting van tien tot honderd personen. Toen de jagers-verzamelaars zich op vaste plaatsen gingen vestigen en in huizen gingen wonen waren alleen de huisbewoners, vaak het gezin, nog in staat tot het onderhouden van hechte gevoelsbanden en zich te gedragen, zoals zij dat als jagers-verzamelaars gewoon waren. Als gevolg daarvan desintegreerde de samenwerkende wat grotere, divers en fluïde samengestelde groep jagers-verzamelaars, ging hun groepsgedrag zich beperken tot de kleinst mogelijke: die van man, vrouw en kinderen en verslapten de onderlinge banden met de anderen. Rousseau verzuchtte: “Van hoeveel oorlogen, misdaden en moorden, van hoeveel verschrikkingen en ellende zouden wij niet verlost gebleven zijn wanneer iemand die stokken uit de grond had getrokken en de sloten had gedempt en de mensen had toegeroepen: “Pas op voor deze ellendeling. Je bent verloren als je vergeet dat de vruchten van de aarde van ons allen zijn en de aarde van niemand.” Maar toen die eerste boer zijn akkertje als privébezit markeerde was het al te laat om nog terug te kunnen keren naar de leefwijze van de jagers-verzamelaars. Hij stak die stokken namelijk in de grond op het moment dat hij zijn medemens niet meer als groepsgenoot zag, maar als concurrent. Hij was bang dat zijn medemens zijn bezit in zou pikken. Hij was bang geworden van zijn medemens door het gebrek aan interactiviteit als gevolg van de huismuren, en door de anonimisering, als gevolg van de groei van het aantal dorpelingen.

Reviews

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

door Johan Hoebeke op 13-12-2022
De titel van dit boek moet jeuken als een luis in de pels van al onze beleidsmakers en mediamagnaten die het steeds hebben over competitie als enige voorwaarde tot het voortbestaan en de vooruitgang van onze ‘welzijnsmaatschappij’. Meer en meer beschrijven zij de oorlog, hetzij tegen micro-organismen, tegen andere volkeren of andere naties als het eeuwenoude patroon dat ons in staat zal stellen niet alleen ons te handhaven maar ook te overleven.
Aan de hand van paleontologisch en antropologisch bewijsmateriaal bewijst Huib van Papenhuijzen dat deze ‘oorlogsmaatschappij’ een zeer recent verschijnsel is in het lange bestaan van de Homo sapiens en van zijn voorzaten. Voor 99% van de geschiedenis van zijn soort is zijn overleving enkel te danken geweest aan samenwerking. De ontwikkeling van de intelligentie en de cultuur is niet te danken geweest aan enkelingen, die de mensheid willens-nillens voortstuwden op het ‘pad van de vooruitgang’ maar aan het bijeensteken van de koppen om gezamenlijk een oplossing te vinden voor de problemen waarvoor zij stond.
Volgens de auteur is het verkeerd gelopen toen de sedentarisatie zich ontwikkelde en leidde tot het vormen van hiërarchisch bestuurde steden waarin de vruchten van de arbeid van allen werden gemonopoliseerd door een kleine groep van bestuurders. Dit streven naar macht en rijkdom, dat begon een tienduizend jaren geleden, is nu nog steeds de meest gangbare vorm van maatschappij.
In het laatste deel van zijn boek behandelt de auteur enkele alternatieven die volgens hem nodig zijn om het voortbestaan van de Homo sapiens te waarborgen.

Als coauteur van het boek ‘De supersamenwerker’ (EPO, 2016) kan ik enkel akkoord gaan met de hoofdlijnen van het betoog van het boek. Ik heb enkele bedenkingen bij het uitwerken ervan. Ik vrees dat de opkomst van landbouw en veeteelt, de sedentarisatie en het in voege komen van een hiërarchisch bestuur, niet zo rechtlijnig is geweest als de schrijver van het boek suggereert. De machtsverhoudingen zijn lange tijd onbeslist gebleven en vele bestuursvormen zijn door de Homo sapiens beproefd geweest voordat, dank zij de overmacht van het wapengeweld, onze ‘beschaving’ haar stempel heeft gedrukt op de hele wereld met alle nefaste gevolgen die wij nog altijd waarnemen. Het is spijtig dat de schrijver als blauwdruk voor een alternatieve maatschappijorde geen gebruik heeft gemaakt van de regels van Elinor Ostrom. Zij legde die vast na een empirische studie van alle maatschappijen van jagers-plukkers tot hedendaagse coöperatieven, die samenwerking kunnen bestendigen.

Het is in ieder geval de grote verdienste van de auteur de deuren wijd open te hebben gesteld voor een andere en bredere kijk op de samenleving. Die kijk hebben wij broodnodig.

Johan Hoebeke, Dr.Sc., Science Director van het Centre National de Recherches Scientifiques (gepensioneerd) van Frankrijk.

door Carlos Villar op 14-03-2023
Voor een overtuigd antikapitalist heb ik niet veel bladzijden van het boek 'Nooit Meer Concurreren' nodig om het volkomen met Huib Papenhuijzen eens te zijn. Treffend is de uitspraak van Jean-Jacques Rousseau “Ceci est à moi”, als startschot gekozen. Meteen in de roos!
Ben niet meteen gestopt met lezen, integendeel het was een aansporing om verder te gaan en te ontdekken op welke voortreffelijke wijze hij de vele jaren studiereizen heeft weten te boetseren tot een gedegen studieboek dat in staat is de oorsprong van vele conflicten, nu gaande, te verklaren.
Huib zou kunnen zeggen “Dit boek is van mij”, maar…. hij heeft het voor ons geschreven. Ik ben er dankbaar voor.

Ook van deze auteur

Voorkant cover

Zotte opvliegers Het waanzinnige leven op Madagaskar

Huib Papenhuijzen

5 reviews
Een uitbraak van de pest, een nachtelijke aardbeving, vallende gekko’s en bizarre gebruiken van bewoners van het Rode Eiland Madagaskar. Je kunt het zo gek niet bedenken of Huib Papenhuijzen beleefde het en sleept de lezer in zijn enorme enthousiasme mee. Met een objectieve blik bespreekt hij gebruiken, die voor Westerse mensen bizar kunnen lijken maar hij geeft genoeg achtergrondinformatie om ze toch te kunnen begrijpen. Leitmotiv is zijn verwondering over het vaak paradoxale gedrag van mensen. Hij verzocht daarom Dwaasheid uit Erasmus’ Lof der Zotheid hem op deze reis te vergezellen. Huib Papenhuijzen heeft een prachtig boek geschreven waarin hij een goede balans heeft aangebracht tussen vermaak en lering. U zult zich buitengewoon amuseren!
19,99
Voorkant cover

Waar zijn de Bosjesmensen gebleven? Bericht uit Namibië

Huib Papenhuijzen

4 reviews

Na het verslag van zijn bezoek aan Madagaskar beschrijft Huib Papenhuijzen ditmaal het leven van de Bosjesmensen in Namibië. Deze interessante mensen leven al meer dan honderdduizend jaar als jagers-verzamelaars in Afrika. Nauwkeurig, toegankelijk en hier en daar humoristisch beschrijft hij hoe de Bosjesmensen in hun natuurlijke omgeving samenleven en wat de gevolgen waren van het verschijnen van andere bevolkingsgroepen in het zuiden van Afrika. De rode draad doorheen ook deze veldstudie is competitief en coöperatief gedrag, niet alleen van de mens, maar ook van allerlei bijzondere dieren en planten in dit droge woestijnland. Het enthousiasme en de leergierigheid spatten er vanaf en zuigen de lezer mee, zodat u verlangend uitziet naar meer.

18,50