De gedichten in deze bundel zijn te lezen als een verslag van een periode dat kanker het pad van de schrijver kruist en zij in een medisch circuit terechtkomt. Elk gedicht is een miniatuurtje van een gebeurtenis of voorval dat je een inkijk geeft in de persoonlijke beleving in die periode. De gedichten zijn gelaagd, tegelijk serieus en luchtig. De dichter heeft er duidelijk plezier in om ‘woorden een kwartslag te draaien en de betekenis een andere kant op te gooien’. Niet om te choqueren, maar om de lezer mee te nemen in de alledaagse verwondering. Zij relativeert daarbij vooral zichzelf, nooit de lelijkheid van de kanker zelf.
Zwembad Een prachtig lijnenspel lonkt terwijl ik me afzet van de kant. Ik zwem naar het zonlicht dat weerkaatst op de rand. Water spoelt over mijn gezicht, ik moet nog een paar keer terug, naar de kant die in het donker ligt. Ik ga van diep naar ondiep in een vaste baan, verder kan alles nog alle kanten op gaan.
Dit is de eerste gedichtenbundel van Anneke Dubbink (1958). Toen zij in juni 2021 een behandeling tegen kanker onderging, zette zij - bijna tot haar eigen verrassing - haar gedachten in deze gedichten op papier. Anneke woont samen met haar man in Houten.
|