Samenvatting
Als de dertiger Robert Yarra tijdens een korte vakantie terechtkomt in het Caysum Hotel in Caysum, ontmoet hij Mike Camberwell. De man woont tegenover het hotel. Hij weet Robert prachtige verhalen te vertellen over Graaf Birckendoff die hier zo’n eeuw geleden in de omgeving woonde. Door een noodlottig ongeval kwam deze man om het leven, maar zijn geest heeft de leefplek nooit verlaten. Robert krijgt dat op meerdere angstige momenten ook daadwerkelijk te zien. In de korte tijd dat hij in Caysum verblijft, zal hij getuigen zijn van het feit dat het ene leven kan overgaan in het volgende. Naar gelang de tijd verstrijkt zal duidelijk worden dat Robert zijn sceptische gedachten over reïncarnatie serieus zal moeten bijstellen. Zeker als hij oog in oog komt te staan met zijn eigen eerdere ik.
Over de auteur
"Als cameraman vertel ik verhalen via de televisiecamera. Of het nu nieuws, actualiteit of een dramaserie is, de beelden vertellen het verhaal. Daar slaag ik al 23 jaar in. Toen ik enkele jaren geleden in een ver land aan het werk was, inspireerde de locatie mij voor het verhaal van Graaf Birckendoff. Wat ik met de camera kan laten zien, heb ik nu met woorden beschreven in het spannende boek Caysum Hotel."
Inkijk
Ik was niet in staat om maar iets te zeggen, zo geschrokken was ik. Het enige wat ik kon doen, was wijzen in de richting waar ik een manspersoon dacht te zien. Mike keek in dezelfde richting en reageerde net zo geschrokken als ik. ‘Godallemachtig,’ zei hij kort.
Jack stak net zijn shaggie op en vroeg doodkalm wat er was. Ik wenkte hem naar me toe te komen en toen hij vlak naast me stond, wees ik naar de figuur die zich op zo’n veertig, vijftig meter van ons vandaan tussen de bomen door bewoog. Zijn voeten, waaraan hij stevige werkmans-schoenen droeg, leken zo’n vijftig centimeter boven de grond te zweven. Hij zag eruit als een heel normaal persoon. Opvallend was dat de kleuren wat pastelachtig waren. Maar zijn haar was als dat van ieder ander. Duidelijk anders waren zijn bewegingen. Alles bewoog in slow motion en het leek alsof hij óns niet kon waarnemen. ‘Ik zie niks,’ zei Jack bot terwijl hij een flinke haal van zijn shaggie nam. ‘Echt niet?’ wilde ik weten, want ik geloofde hem niet. ‘Nee! Jij wel dan? Zie je spoken ofzo?’ vroeg hij. Het lag me voor op de tong om ja te zeggen, maar ik kon het niet. Ik was er niet van overtuigd dat ik daadwerkelijk een figuur zag. Een figuur waarvan ik vermoedde dat dat Michuel Trentino zou moeten zijn. ‘Zie jij die man niet met die rode trui?’ vroeg ik Jack.
Mike reageerde exact zoals ik gehoopt had. ‘Rode trui? Hij heeft een grijsblauw houthakkershemd aan hoor,’ zei hij. Bingo! Ik sta dus niet te hallucineren of te dromen, dacht ik. Want ook ik zag dat grijsblauwe houthakkershemd. Ik wilde alleen weten of Mike en ik hetzelfde waarnamen. Dat was dus het geval, maar waarom zag Jack niets? Ik vroeg de Maglite van Mike te leen en zette deze sterke zaklantaarn op ‘spot’. Een krachtige lichtbundel scheen op de figuur.
‘Zie je nou nog niks Jack? Hier, kom recht voor me staan,’ vroeg ik hem.