Soep maken is kunst

Een veel gehoorde kreet is "zonder soep is de maaltijd niet compleet". Gé Reinders bezingt in het nummer "Blaosmuziek" de geweldige geur van het trekken van zondagse soep. Je ruikt het steeds minder. Soep maken is kunst beschrijft 390 verschillende recepten van soepen die de lezers zullen aanzetten tot het zelf bereiden van soep. Wie wil nou niet dat de geur van een heerlijk trekkende pot soep je verwelkomt als je thuiskomt na een lekkere wandeling aan zee of in het bos? Bovendien is soep caloriearm dankzij een laag vetgehalte en rijk aan plantaardige vezels en vocht.

"Ik ben geboren in Den Haag, maar al zo’n veertig jaar woonachtig in Limburg. Ik ben getrouwd met een echte Limburgse en samen hebben wij twee kinderen. Na de middelbare school ben ik bij de Belastingdienst gaan werken. Nu werk ik in een project voor het maken van opleidingen. Al geruime tijd ben ik bezig met stamboomonderzoek. Toen ik de boeken met recepten tussen de oude fotoboeken zag liggen, kreeg ik het idee om hier een boek te maken."

Begin 1930 werd er door een groot aantal fijnproevers een kruistocht tegen de soepen ondernomen met als doel: afschaffing. De tegenstanders van deze kruistocht wezen op de uitlatingen van Alexandre Balthazar Grimod de la Reyniére (1758 ­ 1838), een autoriteit op het gebied van de Franse keuken die over soepen het volgende heeft gezegd: "De soep is bij een diner wat de portiek of peristyle is bij een gebouw. De soep is niet alleen het voornaamste deel, maar een groot onderdeel van het gastronomische feest van een overheerlijk diner. Te vergelijken met de ouverture van een opera". Het denkbeeld van de beroemde gastronoom heeft het gewonnen van de soepafschaffers. Het nut van soep is volgens mij onbetwistbaar en er is geen vakman die, bij het samenstellen van een menu, niet het grootste belang van de juiste soep bij het juiste menu begrijpt. Van alle artikelen die het programma van de fijnproever ­ het menu - bevat, eisen de soepen de meeste zorgen en de grootste volmaaktheid. Van de goede of slechte indruk die de soep bij de fijnproever vestigt, hangt in grote mate het welslagen af van de rest van het menu. De soep dient kokend heet opgediend te worden in borden die zo warm mogelijk zijn. Dit is een hoofdvereiste als het een Consommé betreft en als de soep vooraf wordt gegaan door een koud voorgerecht (bijvoorbeeld een Hors-d’oeuvre). Een Hors-d’oeuvre waarin verschillende vissoorten voorkomen, in olie of gerookt, of sterk gekruide salades, laten op het gehemelte van de gast een voor de soep noodlottige smaak achter. Het gevolg is dat de soep als zwak en smakeloos overkomt, indien deze niet kokend heet is opgediend. Eigenlijk zouden bij menu’s waarin een soep is opgenomen een Hors-d’oeuvre achterwege moeten blijven.