PLAFONDZUIGEN
Het was maar een kleine opmerking, maar het sloeg in als een bom. ‘Zeg Huismans, denk je er wel aan om af en toe het plafond te zuigen?’ Oké, ik wist inmiddels dat het huishouden bizarre kanten kent. Ik kom zelfs met mijn stofzuiger in de garage. Iets dat ik mijn ouders vroeger never heb zien doen. En in een gekke bui zou ik zelfs de vlonder van het terras willen zuigen. Maar een plafond zuigen? Dat is voor mij vrij letterlijk de omgekeerde wereld. Maar goed, trouw beestje doet wat baasje zegt.
Dus ik met die stofzuigerslurf naar boven. Daar begon de narigheid al. Mijn armen waren lang zat, maar de slurf was te kort. Dus moest ik met de ene hand de stofzuiger een handje omhoog helpen en met de andere hand langs het plafond slurven. Dat zijn echt van die momenten dat ik de neiging heb de gordijnen dicht te doen. Ik voelde me volslagen krankjorum. En daar komt nog iets bij: het ‘nuts principe’. Het moet wel wat opleveren, natuurlijk. Nou, het gilde der plafondzuigers voegt bar weinig toe aan deze wereld. Op mijn rondjes langs het plafond kwam ik slechts heel sporadisch iets tegen dat zuigbaar bleek.
Alhoewel, ik moet zeggen dat ik na een aantal kamers – ja, ik heb meteen het hele huis maar gedaan – wel weet waar spinnen het liefst onderduiken. In de hoekjes en de richels. Zeg maar: alles waar de slurf moeite voor moet doen om het te pakken te krijgen. Al zuigend denk ik dan: 'Stank voor dank. Heb ik een mooi insectenhotel in de tuin gemaakt, komt het spul naar binnen zetten.' Zou er een correlatie zijn tussen de uitbreiding van het insectenhotel en de toename van de plafondzuigtreffers? Grumbl.