De Vampierjager

"Dit verhaal gaat over mij, een halfvampier. Ik jaag op het ras dat ik het meest haat van alle kwade wezens die er op aarde en in de hel rondlopen: de duistere vampiers. Mijn naam is Gawen. Ik ben een vampierjager."
Gawen is de zoon van een engelenmoeder en een vampiervader. Als de duistere vampier Artha en zijn vampiermutanten de macht over de wereld willen grijpen, gaat Gawen samen met andere vam­pierjagers en leden van de Orde van de Zwarte Draak de strijd aan. De Vampierjager is een spannend fantasyboek waarbij goed en kwaad vanuit een nieuwe dimensie worden beschreven.

"Ik ben in 1997 in Arnhem geboren en woon samen met mijn ouders en twee jongere broers in Dieren. Ik zit in 4 HAVO. De Vampierjager is mijn tweede boek dat bij Boekscout.nl verschijnt. Naast het schrijven van boeken, verhalen en toneelstukken hou ik van toneelspelen en tekenen. Ook ben ik een fanatieke hockeykeeper. Mijn inspiratie haal ik uit videoclips, fantasyfilms en -evenementen. En natuurlijk ook uit mijn eigen leven met mijn vrienden en mijn familie."

Ik richtte mijn pistool, maar de vreemdeling greep mijn arm met het pistool vast, dwong me de trekker los te laten, draaide mijn arm om en drukte vervolgens een mes tegen mijn keel.
"Handen omhoog of ik schiet!" Jane stond in de deuropening met een pistool in haar trillende hand. De vreemdeling draaide mij om zodat ik met mijn gezicht naar Jane kwam te staan en legde zijn mes weer op mijn keel.
Afriel kwam met getrokken zwaard naar buiten. "Wat heeft dit te betekenen? Laat hem onmiddellijk los!"
De vreemdeling haalde rustig het mes weg.
"Ik dacht dat jouw jagers goed waren, Afriel. Maar als ze zelfs mij niet van boven verwachten, hoe willen ze dan ooit een bat of een sartana in de nacht doden?"
Ik liep rustig naar Afriel en Jane toe.
"Kom in het licht", zei Afriel.
De vreemdeling stapte naar voren in het licht. Het was die jongen, die Lars! Hij had nu alleen een andere uitrusting aan, bijna dezelfde als die van ons, alleen had hij een kogelwerend vest aan en droeg hij een zwaard op zijn rug.
"Wie ben je en wat doe je hier?", vroeg Jane.
"Zullen we eerst naar binnen gaan, ik bevries hier."
 
Lars zat met een dampende kop chocolademelk op het onderste bed, Jane en ik op het bovenste en Afriel zat op de bureaustoel.
"Wie ben je?", vroeg Afriel.
"Ik ben Lars, ik kom uit Nederland. Mijn woonplaats gaat jullie niks aan. Ik ben vijftien jaar oud. Ik ben schrijver."
"Wat doe je hier en hoe komt het dat je zoveel over ons weet?", vroeg Jane.
Lars keek omhoog en glimlachte. Hij trok zijn mouw op.
Afriel gaapte hem met open mond aan. "Natuurlijk, daarom weet je zoveel over ons."
Ik bekeek zijn arm nog eens goed. Er stond een draak op zijn pols.