Samenvatting
Een rustig bestaan in een alsmaar veranderende wereld is bijna onmogelijk. Iets waar Demitri al snel achterkomt. Alles wordt hem afgenomen zonder een duidelijke reden. Eenzaamheid en onwetendheid nemen zijn lichaam over. Verstrikt in zijn eigen gedachten probeert hij antwoorden te vinden. Langzaam komt hij tot de conclusie dat hij zich nog maar aan het begin bevindt. Dat er nog veel meer gaande is dan hij in eerste instantie had gedacht. Maar voordat hij zich daarop kan richten wil iets in zijn bloedende, onmenselijke hart wraak nemen op hetgeen wat nog steeds op hem jaagt.
Over de auteur
"Schrijven doe ik al vanaf mijn negende levensjaar. Een groot deel van mijn schrijfwerk heb ik altijd verborgen gehouden voor de buitenwereld. Als een wereld waar ik alleen kon binnentreden en niemand anders. Een wereld waarin ik mezelf kon uiten zonder dat iemand mij ooit tegen zou spreken. Uiteindelijk kwam mijn hoofdpersonage in beweging en nam ik het besluit zijn verhaal aan de wereld bloot te leggen. Schrijven is en blijft mijn passie. Voor eeuwig."
Inkijk
Ik keek om me heen, zoekend naar resten van een verloren lichaam, maar er was enkel bloed dat hier mijn aandacht trok. Mijn blik ging terug naar de deur, die nog steeds op een kier stond. Krakend en kermend over wat hij daar achter verborgen hield. Ik had geen keus. Zou ik nu omdraaien, dan moest ik het later toch weer opzoeken. Met elke stap dat ik me dichter naar deze deur toe bewoog vulde de geur van de dood mijn luchtwegen. Zelfs na al die jaren leefde deze geur hier nog. Ik duwde tegen de deur aan, maar hij gaf niet mee, zelfs al stond hij op een kier er was in eerste instantie geen beweging in te krijgen. Ik beukte er hard tegen aan en de deur sloeg met een klap open. Half struikelend viel ik de kamer in. De geur die hier hing was ondragelijk. Ik vond mijn evenwicht terug en liet mijn ogen wennen aan het duister die heerste in deze kamer. De geur of beter gezegd de stank, liet me kokhalzen en brandde in mijn ogen. Grote gordijnen hielden het daglicht buiten. Een van hen bewoog zacht heen en weer. Met een brok in mijn keel liep ik richting het bewegende gordijn toe en sloeg die open. Het licht verblinde me voor een aantal seconden en onthulde toen het gebroken raam, die er achter verborgen had gezeten. Ik staarde naar buiten en liet het stof van de gordijnen langzaam tussen mijn vingers vandaan glijden. Mijn lichaam draaide zich om, mijn leven stond stil. Een schreeuw ontsnapte uit mijn keel, die daar de hele tijd had gewacht op dit moment.