Samenvatting
Vijf vrienden komen in contact met ruimtewezen Alex. Alex is de leider van de Poelianen. Het volk beweert in vrede te komen. Wat komen de Poelianen op aarde doen? Komen ze écht in vrede of toch in oorlog? Waarom hebben de ruimtewezens de aarde nodig?
Ze zijn hier zit vol hartstocht, liefde en romantiek. Nieuw leven en vrienschap. Een fantastisch sciencefictionverhaal.
Over de auteur
"Ik ben Johanna Hoogland en ben in 1969 geboren te Dokkum. Ik woon samen met mijn man en twee kinderen in Ferwert. Op dit moment werk ik met heel veel plezier in de thuiszorg. Mijn hobby's zijn lezen en schrijven. Het boek is ontstaan door mijn liefde voor sciencefiction. Maar mijn eigen sciencefiction zat er niet bij. Daarom ben ik dit boek gaan schrijven. Zodat iedereen kan genieten van de Poelianen."
Inkijk
Hoofdstuk 4:
Het eerste contact met de ruimtewezens
Ze hoort een brommend geluid. ‘Wat zeg je Paulien? Ik kan je niet verstaan.’
Dan hoort ze het geluid weer. ‘Dat ben ik niet’, reageert Paulien. ‘Waar zijn we?’
‘Ik weet het niet’, reageert Sandra verbijsterd.
Ze kijken beiden om zich heen.
‘Ik zie de aarde, zie jij dat ook?’ zegt Paulien.
‘Wat lijkt dat mooi.’ Sandra is helemaal onder de indruk.
‘Waar zijn wij?’ reageert Paulien angstig.
‘Ik weet het niet’, zegt Sandra.
‘Ik wel, wij zijn in de ruimte.’ Paulien kijkt angstig om zich heen.
Ze knippert met haar ogen omdat het licht zo fel is.
Ze zien een blauw, roze, geel licht om zich heen.
Ze zijn in een ruimteschip en staan op een brug.
De aarde lijkt ontzettend groot en rond.
Ze zijn niet ver van de aarde vandaan.
Er vliegen allemaal ruimteschepen om de aarde heen.
‘Het lijkt wel of ze de aarde aan willen vallen’, fluistert Paulien.
Ze zien verschillende ruimtewezens.
De huid van de wezens heeft dezelfde kleur als die van een blank mens, maar de glans om hen heen is geel, roze en blauw.
Verder hebben ze de vorm van een volwassen man met twee armen en twee benen, een gespierd lichaam met een platte buik. Alleen die glans!
Bruine, grote ogen die een beetje scheef staan en die je aankijken zonder gevoel. Koude, doordringende ogen.
‘Wat willen jullie van ons? Wie zijn jullie? Waar komen jullie vandaan?’ vraagt Paulien.