Over de auteur
Aglaé Maas-Renes (1967) groeide op in Schoonhoven en woont tegenwoordig met haar man en twee zoons in Almere. Van kleins af aan was zij al creatief bezig, waar zij als leerkracht in het basisonderwijs jarenlang profijt van heeft gehad. Het idee voor het verhaal De Graspiepers is al op haar eerste stageschool ontstaan. Uiteindelijk werd het pas uitgewerkt toen zij stopte met lesgeven en zich op schrijven en illustreren toegelegde.
Inkijk
Toen kwam hij weer omhoog met z’n gezicht en keek Lex woest aan.
"Dat had je beter niet kunnen doen, Lexelientje", zei hij woedend en tilde Lex op met z’n duim en wijsvinger. "Nu is het oorlog!", ging hij verder, terwijl Lex uit alle macht los probeerde te komen. "Wij gaan er alles aan doen om die stomme aardappels met hun achterlijke spriethaar uit te roeien, al is het het laatste wat ik doe!"
"Ja, liever vandaag dan morgen", steunde Tony hem.
"We walsen ze gewoon plat", vulde Ivar hem aan.
"En we gaan met jou beginnen", zei Sjoerd onheilspellend. Hij liet Lex voor z’n ogen heen en weer zwaaien en lachte gemeen.
"Dat dacht ik toch even niet", klonk toen het piepstemmetje van Piep. "Lex is onze vriend en ereburger van Graspieperland. Je laat hem nu onmiddellijk gaan, anders krijg je met ons te doen!"
"Ja, met ons allemaal", viel Piep 112 hem bij.
"Laat Lex gaan", riepen een paar andere Graspiepers.
"En wàt wilden jullie dan tegen ons beginnen hè?", vroeg Sjoerd uitdagend.
"Dat zal je wel merken, mannetje", zei Piep moedig.
"Moedeeeeer, wat ben ik bang, bang, bang, bang, bang", zong Ivar.
En Tony lachte Piep midden in z’n gezicht uit. "Jullie zijn voor ons gewoon een stelletje mieren", zei hij toen. "En wij zijn reuzen voor jullie, dus..."
"Dus wat?", vroeg Piep quasi onnozel, "wij zijn slimmer dan jullie en dus sterker."
"Oké", zei Sjoerd toen, "dus jullie willen dat ik Lex loslaat. Nou, dan doe ik dat toch." Hij voegde de daad direct bij het woord en liet Lex vallen...
"Aaaah!", schreeuwde Lex toen hij naar beneden viel.
"Neeeee!", gilde Piep er doorheen en sloeg z’n handen voor z’n gezicht.