Samenvatting
Is de reis door het dagelijkse leven echt een ware overlevingstocht? Gaat het tempo waarin we bezig zijn eigenlijk niet veel te snel? De lat ligt hoog en de tijd is vaak te kort om stil te kunnen staan bij wat ‘klem’ komt te zitten. De op zichzelf staande korte verhalen en gedichten in De verloren dag zijn ontsproten aan momenten van vreugde en pijn terwijl u zelf de hoofdrolspeler bent. Hedendaagse gebeurtenissen en situaties zullen met een nieuwe blik bekeken worden. De rode draad geeft een diepgaande doorkijk in de belevingswereld van hen die de hoogten en diepten al vóór u afgereisd zijn.
Over de auteur
"Ik ben in 1950 geboren en heb naast een carrière bij de overheid altijd al korte, treffende verhalen geschreven over de meest uiteenlopende gebeurtenissen. Met een diepere moraal of gewoon om over na te denken. Na mijn 30e jaar kreeg mijn leven een radicale wending en het schrijven daarmee meer diepgang. Aan de vooravond van mijn pensionering heb ik, op advies van mensen in mijn omgeving, besloten de pen weer ter hand te nemen."
Inkijk
Als we even verder lopen, 10 minuten later, voel ik een korte ruk aan mijn arm en een pinnige duw in mijn zij. Zodanig hard dat ik ongewild een stap opzij moet doen: "Pa. Kijk!" klinkt het bijna paniekerig. "Je stapt bijna met je grote voeten op dat vogeltje!" Ik kijk naar het punt dat door mijn zoon met een priemend vingertje wordt aangewezen.
Daar zie ik een piepklein koolmeesje dat uit het nest gevallen is en verschrikt en bibberend tussen de houtsnippers van het pad ligt. "Hé? Waar zal die vandaan komen? Het is goed dat je dat zag knul. Anders was het beestje vandaag overleden en naar de vogelhemel gevlogen." Mijn zoon kijkt me enigszins verbaasd aan: "Bestaat de vogelhemel dan?"
"Ik denk het wel hoor", antwoord ik voorzichtig.
Ik buk voorover naar het beestje en neem het voorzichtig in mijn hand. Het is koud en beweegt bijna niet meer. Ik voel wel dat er nog wat leven in zit dus besluit een reddingspoging te ondernemen. Voorzichtig blaas ik mijn warme adem over het koude vogellichaampje heen.
"Kijk, pa! Hij leeft nog! Kijk, pa! Hij ademt nog! Pa, mag ik hem houden?" Mijn zoon straalt van geluk, maar ik voel me niet zo gelukkig omdat ik weet dat het erg moeilijk is een insectenetertje in leven te houden in gevangenschap. Ik heb ook geen idee hoe dat zou moeten, realiseer ik mij.
Samen bewonderen we het kleine schepseltje en zien we dat de aandacht die we aan het beestje schenken, maar zeker ook mijn warme adem, hem weer tot leven wekt. We besluiten, na een kort overleg, te kijken of we zijn ouderlijk nestje kunnen ontdekken.