Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België)
(Past door brievenbus)
Samenvatting
Johan en Annemarie wonen op het Zeeuwse platteland en gaan vier weken op vakantie naar Peru. Op de eerste dag van hun rondreis door Peru krijgen Johan en Annemarie in Lima, de hoofdstad van Peru, te maken met een roofoverval. Ondanks deze buitengewoon negatieve ervaring laten ze zich niet uit het veld slaan en maken ze er een fijne reis van, waar ze met veel plezier op terug kijken.
Dit is een boeiend reisverslag voor mensen die van reizen houden en voor mensen die meer willen weten over andere volken en culturen. Het boekje is een must voor mensen die in Peru geweest zijn, of van plan zijn naar Peru te gaan.
Over de auteur
"Ik woon op het platteland, midden op één van de Zeeuwse eilanden. Na verschillende verre reizen gemaakt te hebben en regelmatig reisverhalen te hebben gelezen nam ik het besluit dit boek te schrijven. De reis die Annemarie en Johan maken, beschrijft in grote lijnen de vakantie die wij door Peru hebben gemaakt."
Met zijn vieren gaan ze het ondoordringbare oerwoud in, op zoek naar apen. Na een half uurtje lopen stuiten ze op een flinke kolonie, hoog in de boomtoppen. Nieuwsgierig kijken de apen naar de mensen op de grond. Er ontstaat al enige paniek als ze het potje gif ontwaren, waarin de indianen de pijlpunten dopen. De vier mensen gaan met hun ruggen naar elkaar toe staan, zodat ze alle vier kunnen schieten zonder dat er een kans bestaat dat de giftige pijl van de één de anderen raakt. Johan merkt dat hij niet of nauwelijks in staat is om ook maar één pijl zo hoog te schieten dat het voor de apen enig gevaar zou kunnen opleveren.
Na een half uur zijn de vijfentwintig pijlen per persoon opgeschoten. De twee toeristen hebben natuurlijk alleen maar het luchtruim geraakt. De twee indianen echter hebben allebei een aap gedood.