Samenvatting
Wat gebeurt er met je als je geconfronteerd wordt met borstkanker? Het gezin van Viola Jansen overkwam het. Net hun tweede kindje gekregen, nog drijvend op een roze wolk. De wolk uiteengespat, hun leven tot stilstand gekomen. De eerste onzekere weken maakten echter al snel plaats voor strijdlust en optimisme. De familie Jansen vond een manier om met deze ziekte om te gaan. Een persoonlijk verslag van week tot week, gebaseerd op e-mails en dagboekfragmenten, afgewisseld met tientallen tips en adviezen. Ook de beleving en begeleiding van hun twee kinderen van één en zes jaar komt ruimschoots aan bod.
Over de auteur
"Ik ben geboren op 1 februari 1975 in ‘s-Hertogenbosch en heb gezondheidswetenschappen gestudeerd in Nijmegen. Sinds 2003 woon ik met mijn gezin in Woerden en in 2009 is daar ook ons tweede kind geboren. Nog geen jaar later kreeg ik de diagnose borstkanker. Met het schrijven van dit boekje, dat een bundeling is geworden van e-mails, dagboekfragmenten en praktische tips en adviezen hoop ik de lezer herkenning, steun en inspiratie te bieden."
Inkijk
Ik wil vooral de kamer niet uit, gewoon blijven zitten waar ik zit. Want zodra ik buiten sta in de grote boze wereld weet ik dat het allemaal echt wordt wat ze gezegd heeft, of wat ik gehoord meen te hebben: de kanker, de chemo, kaal worden, ziek worden, aftakeling, ja zelfs doodgaan.
’s Avonds bel ik mijn ouders en een handvol goede vrienden met het vreselijke nieuws. Allemaal reageren ze ontzet en geschokt. Hoe kan dit nou als je pas 35 jaar bent en een jong gezin hebt? Toch besef ik me vrijwel direct dat het niet zozeer de vraag is "Waarom ik?", maar dat het net zo goed "Waarom ik niet?" zou kunnen zijn. Tegenwoordig wordt 1 op de 8 vrouwen met deze ziekte geconfronteerd en dat zijn echt niet allemaal dames op hoge leeftijd.
______________
Op het ene moment stond ik midden in het leven, genoot volop van een prachtig gezin met twee jonge kinderen. Ik had volop ambitie, zou dat jaar aan mijn felbegeerde opleiding geneeskunde gaan beginnen. En toen werd ik 1 van de 8. Op het moment dat ik de diagnose borstkanker kreeg was mijn jongste kind nog geen jaar oud. Die heerlijke roze wolk waarop ik nog steeds dreef, net gestopt met de borstvoeding, spatte wreed uiteen. "Je hebt kanker in je borst." Zes legendarische woorden van de mammacare verpleegkundige die als een mokerslag binnenkwamen. Vanaf dat moment was niets meer hetzelfde. Waar ik voorheen jarenlang onderzoek had gedaan naar nieuwe geneesmiddelen, werd ik nu van het ene op het andere moment zelf patiënt. Even stortte alles in, elke minuut van de dag stond in het teken van de ziekte. Gedachten tolden rond en maalden ’s nachts door. Gedachten van ontkenning, ongeloof, onmacht, teleurstelling, boosheid, onzekerheid, soms pure angst. Alle opsmuk in één klap weg, waar het om draaide was overleven.