Samenvatting
Roos is zestien jaar wanneer ze een verkeerd vriendje krijgt. Hoewel ze smoorverliefd op Otto is, behandelt hij haar als een stuk vuil. Hij vindt haar dik en vergelijkt haar zelfs met een nijlpaard. Omdat ze bang is hem te verliezen, doet ze werkelijk alles wat hij zegt. Ze gaat voor hem op een streng dieet en slaat hierin door. Roos krijgt anorexia. Na verloop van tijd komt Roos weer aan in gewicht. Dit vindt ze erg moeilijk en ze gaat extreem veel sporten, laxeren en nog meer om slank en knap te worden. Uiteindelijk krijgt ze de levensbedreigende eetstoornis: boulimia.
Over de auteur
"Ik ben geboren in 1966 te Sassenheim. Zolang ik me herinner ben ik altijd creatief bezig geweest. Het begon met tekenen, al snel ging ik gepassioneerd schilderen, schrijven en oude meubels oppimpen. Aangezien ik zelf een gevoelsmens ben, kan ik me goed inleven in andermans gedachten en emoties. Nu heb ik mijn eerste echte roman geschreven. In dit boek beschrijf ik de strijd van mijn vriendin met haar eetstoornis."
Inkijk
Na het slikken voelde ze zich weer goed, maar mocht ze voorlopig niets meer hebben. Totdat ze na een aantal uren enorme honger kreeg en blauw zag van de kou. Ze kreeg het dan echt heel erg koud. Dat wilde ze ook, want kou stond voor afvallen. En weer sloeg ze door. Ze mocht alleen eten van zichzelf, wanneer ze uitgehongerd was en leeg geplast en gepoept. Wanneer ze daarna weer vond dat ze te veel had gegeten, moest ze weer gaan hardlopen. Zo kwam Roos dus in een negatieve cirkel terecht, waar ze niet meer uit kwam. Ze zat werkelijk gevangen in zichzelf. Haar leven bestond alleen nog maar uit laxeren, hardlopen, vreten, vasten, vreten, hardlopen, laxeren, vasten, trappen lopen etc. Ze was alleen nog maar bezig met het uiterste uit zichzelf te halen, zichzelf uit te hongeren, uit te drogen en uit te putten. Omdat ze het allemaal voor de rest verborgen hield, voelde ze zich finaal opgesloten in haar eetstoornis. En was ze helemaal alleen met haar redelijk grote geheimen. Ze was compleet afhankelijk van de pillen. Van het laxeren wist niemand iets af, behalve Rob. Haar familie wist wel dat ze gauw last had van obstipatie, verstopping dus. En daar maakte ze dan mooi gebruik van en verschuilde zich daarachter. En hoewel ze misschien wel slanker was, voelde ze zich toch doodongelukkig, doodziek en eenzaam. Ze moest zo veel plassen dat ze er soms bijna van flauw viel. Zolang ze maar helemaal leeg en gammel was van de diarree, buikkrampen en blauwe handen had, was het goed.
Maar dat was niet het enige vervelende. Door al dat laxeren werden haar darmen namelijk lui. Die werkten nauwelijks meer. Ze kon echt helemaal niet meer zonder die pillen. Daarom zorgde ze ook dat zij ze altijd bij zich had.