Samenvatting
Staat Das Ding als een allegorie voor een nieuwe kosmos? Tast Martin Heidegger (1889-1976) naar een ander soort Sein, met andere categorieën, andere indelingen, andere verbanden? Een realiteit waar ruimte is voor individuen, voor toeval, voor verrassingen en creativiteit, voor groei en aanwinst? In Das Ding ontwierp Heidegger een moderne versie van Utopia. Via de leegte in een kruik ontdekt hij een vrije ruimte waar de eindige zijnden elkaar niet in de weg staan, een agora waar ze elkaar vrij kunnen ontmoeten, waar ze vooral elk vanuit een sterke individuele identiteit met de anderen gestalte kunnen geven aan een zinvolle wereld opbouwen.
Over de auteur
"Zeer vroeg reeds wekte elk citaat van M. Heidegger mijn aandacht. Het onderwijs slorpt je op en geeft weinig vrije tijd. Dus vond ik pas na mijn pensionering de nodige tijd om me echt te verdiepen in de teksten van M. Heidegger. Mijn langzame zoektocht werd vergemakkelijkt door de bemoedigende aandacht van mijn vriend Hedwig Mels. In zijn lezing Das Ding lijkt M. Heidegger heel zijn denken samen te ballen tot een paar bladzijden."
Inkijk
Welke tegels wil Heidegger voor ons lichten? Welke nieuwe inzichten probeert hij voor zijn publiek en voor ons via zijn beschouwingen over ‘Das Ding’ boven water te krijgen? Heidegger stelt beslist andere vragen dan de klassieke filosofie stelde. Hij staat ook open voor andere antwoorden, voor overrompelend nieuwe inzichten. Welke vragen en welke antwoorden geeft hij in ‘Das Ding’? Welk kerugma wil hij aan zijn gehoor via zijn beschouwingen over de leegte in een kruik verkondigen? Een gehoor dat bij hem naar inzicht, wijsheid, hoop en richting in deze barre tijden hengelt. Men beweert dat Heidegger heel zijn leven lang één ster volgde. Wat bescheiden! Mijn indruk is dat hij de blik gericht hield op een hele Melkweg. Dat hij via metaforen een nieuwe kosmogonie wilde uitproberen. Waar begin je dan? Je moet steeds weer over nieuw beginnen! ‘Die andere Anfang.’ Toeval zonder verleden.
Staat ‘Das Ding’ voor een nieuwe kosmos? En is zijn lezing als een allegorie te lezen? Tast Heidegger naar een ander soort ‘Sein’, met andere referentie punten, andere indelingen, andere verbanden? Een realiteit waar ruimte is voor individuele identiteiten, voor toeval, voor verrassingen en vernieuwingen, voor groei en aanwinst?
Heidegger ontwierp een moderne versie van Utopia. Een vrije ruimte waar de eindige zijnden niet elkaar in de weg staan, voor elkaar geen tegenstanders zijn (Gegenstand), elkaar geen levensruimte afsnoepen. Maar een ruimte waar ze vrij ogivaal op elkaar betrokken kunnen zijn. Een agora waar ze vrij kunnen bewegen, waar ze vooral elk vanuit zichzelf met de anderen kunnen verzamelen en vrije, toevallige ontmoetingen kunnen aangaan. Ontmoetingen die elks individuele identiteit erkent, respecteert, bevestigt, bevordert en verrijkt. Meer nog: ruimte waarin de zijnden elkaar de kans aanbieden de weelde van elks verborgen binnenkant te etaleren, uit te stallen, en die zo, over de bandspelend, de weelde van de eigen binnenkant leren ontdekken.