Samenvatting
Het zijn belevenissen in- en buiten de kerk. Over het feit dat Christenen er soms uitzien alsof zijn in droefheid leven. Een ontroerde politieagent bij het horen van een lied uit een oude bundel. Gedachten over de Negro Spiritual en Johannes de Heer. Over een leerlinge van de schrijver, negentien jaar oud, waar God ‘nee’ tegen zei.
Over de auteur
Productinformatie
- ISBN
- 9789463893114 / 978-94-638-9311-4
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 10-05-2019
- Taal
-
Nederlands
- Genre
- Verhalen
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 130
- Formaat
- 14,5 x 20,5 cm
- Illustraties
- Ja
Inkijk
Putsepleinkerk
In 1973 solliciteerde ik naar de functie van organist van de
Putsepleinkerk in Rotterdam Zuid.
Waar de kerk was wist ik niet. Het enige wat ik wist was dat er met grote regelmaat zangavonden en orgelconcerten waren. En ook wist ik uit verhalen dat er een mooi orgel moest staan.
Na enige tijd ontving ik een uitnodiging om voor te spelen in aanwezigheid van een drietal organisten: Koos Bons, André Verwoerd, Jet Dubbeldam, en twee leden van de commissie van beheer. Ik mocht contact opnemen met de koster, om drie kwartier op het orgel te oefenen. Gebeld met koster de Haan, afgesproken werd vrijdag morgen half tien tot kwart over tien. Na veel omzwervingen vond ik uiteindelijk de kerk. Mijn hart bonkte in mijn keel, want nu was het menens.
Ik belde aan en een statige grote man (2.10 meter) deed de deur open. “Zo u denkt dat u onze nieuwe organist wordt” klonk het. Dat weet ik niet zei ik. Ja, ja, kom maar verder dan breng ik je bij het orgel, je hebt tot kwart over tien! Ja mijnheer de Haan.
Hij wees me de weg naar het orgel en begon te spelen, ik herinner me dat als de dag van gisteren, gewoon met de Roerfluit 8’ oh wat klonk dat geweldig, nog een register erbij de Fluit 4’, een uitkomende stem met de Echo Trompet 8’. Hoe was het mogelijk dit was het orgel van mijn dromen. Ik voelde me al heel snel thuis op dit fantastische orgel, heerlijk, wat een akoestiek. Ik kon me niet voorstellen dat ik hier ooit organist zou worden, maar goed dan had ik er toch op gespeeld. Omstreeks tien uur, stapte de koster binnen. Wil je koffie, vroeg hij? Dat is goed, maar dan liever om kwart over tien, want het is bijna tijd.
Nou van mij mag je komen spelen hoor, ik ga om 12:00 u eten tot dan mag je blijven spelen.