Team Groods
En het magische amulet

In een magische wereld waar schepen door de lucht vliegen is er een team dat voor niks bang is. Wanneer de kapitein van het schip zijn verloren zoon weer terugvindt en ook nog eens een magische amulet ontdekt, begint een wervelende zoektocht. Waarom lag dat amulet hier? En waarom blijft het de kapitein en zijn bemanning volgen? En hoe komen ze er weer vanaf?

Ted ziet even verder een hoge kerk, met er onder, waar de bel zit, een grote witte vlag hangen. ‘Als ik ze niet kan redden, kan ik ze misschien wel afleiden’. Hij glipt naar de kerk en zoekt naar een deur om in de kerk te komen. Dan ziet hij een raam open te staan, hij loopt er heen en klimt door het raam en landt achter een beeld.
‘Oké. Hoe kom ik bij de bel?’, vraagt Ted zich af.
Hij ziet een deur voor in de kerk op een kier staan. Ted bedenkt zich niet en loop naar de deur. Hij opent de deur en loopt de trap op. Hij is bijna boven als ze hem in de gaten krijgen. Als ze de nieuwe gevangene halen, zien ze dat Teds cel leeg is. Als Ted bij de bel is, ziet hij dat de volgende gevangene zijn vader is.
Ted maakt een oerkreet. ‘OOOOEEEEEHAAAAA!’.
Hij springt naar beneden en precies op het juiste moment pakt hij het bovenste gedeelte van de vlag. Hij valt en maakt een zwaaibeweging. Het lukt, hij gaat vooruit. Ted kijkt naar beneden en ziet dat hij inmiddels boven zijn vader hangt. Hij laat de vlag los en valt boven op de bewaker die bij zijn vader staat. Ted bedenkt zich niet en stoot Johnny van het plateau. Hij rent naar zijn vader en bevrijdt hem. De bewakers rennen de trap op om ze tegen te houden.

‘Ga naar de rest toe en bevrijdt hen ook. Ik geef je dekking!’ roept de kapitein tegen Ted.
Ted knikt en springt van het plateau af. Hij rent naar de rest van het Team. Onderweg komt hij bewakers tegen die hem willen tegen houden, maar ze maken geen kans. Ook al is Ted niet sterk en snel, hij heeft het brein van een wetenschapper en hij gebruikt die ook. Vervolgens bevrijdt Ted de rest van het Team. Als de kapitein dat ziet, springt hij van het plateau en rent naar hen toe.
‘We moeten hier weg wezen!’