Sprakeloosheid overmande Juno. Ze was inmiddels wel uit haar doezelslaapje gewekt. Wat wilde ze van haar en waarom moest ze haar huis uit? In godsnaam! Waar moest ze dan heen?
‘Dat geldt niet per se voor dat mormel daar,’ sprak de man van de cheeseburgers.
Frodo kefte aanhoudend, omdat Jochem één stap naar voren deed.
Toen de aandacht naar de hond was getrokken, zei de rechercheur: ‘Ik adviseer u om de hond naar een van uw buren te brengen. U kunt niet langer voor hem zorgen.’
‘Een linkerbuurman heb ik niet. Wat de rechter betreft…’
‘Die hebben we ook al gesproken,’ onderbrak Jochem haar. ‘Ze konden ons in ieder geval niet verder helpen: het was een oud stel.’
‘Dit zal ik allemaal aan je uitleggen, als we eenmaal op het bureau zijn aangekomen. Alles op zijn tijd… Juno… was het toch?’ volgde Lena’s antwoord.
Juno keek op. Een hondsschuldige blik maakte zich van de rechercheur meester, waarbij de vergelijking van haar en Frodo nu niet misstond. Ze had niet lang de tijd om in Lena’s hazelnootkleurige ogen te staren, want in de verte klonken er plots drie doffe knallen. Iemand had drie donderslagen bij heldere hemel laten afgaan.
Aan het einde van de straat zag Juno dat er soldaten in zwarte uniformen bij het volgende huis aanbelden. Maar ook zag ze, hoe er zojuist drie mensen waren neergeschoten, die waarschijnlijk hadden geantwoord met “Ik woon hier in Nederland”. Gelijk voelde Juno een schok van adrenaline door haar lijf jagen. Een rilling joeg over haar tengere lijf. Zou haar hetzelfde overkomen als ze niet zou meewerken? Alle spieren in haar lijf spanden zich aan.
Jochem beantwoordde het beangstigende tafereel met een strak gezicht: ‘Niet iedereen is zo kalm, gewild en onderdanig, dat ze zonder moeite met ons meegaan’. Bij het woord “onderdanig” verscheen er een glazige blik in zijn ogen, en hij knipperde weer met zijn ogen om de jonge vrouw met het donkerblonde haar te bewonderen. Hij vervolgde: ‘En niet iedereen houdt zich nog aan de maatregel wat betreft de naamswijziging van gisteren.’
‘Wie is iedereen?’ vroeg Juno terug. Ze probeerde zichzelf wat te kalmeren door Frodo vast te houden. Die was al een stuk rustiger geworden, niet omdat ze gauw een brokje in zijn bek had gestopt, maar omdat hij overmand werd door pure angst.
‘Geen commentaar,’ zei Lena streng. In tegenstelling tot Jochem leek zij het meest van slag. ‘We willen dat alles zo vlekkeloos mogelijk verloopt in aanloop naar jouw transport richting Kampong 7.’