“Ik zal een goede stadstovenaar zijn voor Toerick, dacht Okelia toen ze naar het slot vloog, dit is de laatste keer dat ik op mijn heksenbezem vlieg. Ze mist het vliegen nog steeds, maar tot nu toe heeft ze zich aan haar belofte gehouden. Doe dat maar eens na!”
De personages die in de sprookjes een rol spelen zijn duidelijk beschreven door Jacqueline Booij zodat je ze voor je ogen tot leven ziet komen. En dankzij de prachtige illustraties door Ljuba Gilani hoeft het niet perse van je fantasie af te hangen. Sommigen van ons hebben dat wat minder dan de ander omdat deze fantasie nog moet groeien en dat probleem is hierdoor ook meteen opgelost.
“Wist je dat spoken pas onzichtbaar worden voor mensen, als ze hun laken aantrekken? Een beetje logisch is dat wel. Niemand ziet dan nog, wie of wat er onder het laken verborgen zit. De meeste mensen beginnen meteen te gillen als ze een spook zien. Ze durven dan uit angst niet eens meer goed te kijken en rennen meteen weg!”
De sprookjes zijn spannend, soms zelfs wat griezelig, maar steeds avontuurlijk. Er wordt in een sprookje een groepje kinderen gepest, maar het komt weer goed. Dat zijn opbeurende gedachten. Je leest in ‘Professor Steinijn en de kromme wijzer van de oudejaarsklok’ wat er kan gebeuren als je de tijd stilzet...
Ga met het gebroken Breddelkopje mee en vlieg samen naar het land Jojon.
Doe dát maar eens na! is een bundel van acht mooie, avontuurlijke en soms erg spannende sprookjes. Ze zijn, zoals ook aangegeven is, daarom niet geschikt voor de allerkleinsten.
Voor alle anderen (voorlezers, meelezers, lezers, toehoorders en kijkers) is het zeker genieten geblazen van de prachtige sprookjes en de schitterende illustraties in ‘Doe dát maar eens na!’