Samenvatting
In het land van Yaret ontdekt de 19-jarige Mystery Omen na een heftige gebeurtenis dat ze een Vuurmagiër is. Het land staat aan de rand van een burgeroorlog. Magiërs en mensen worden al meer tegenover elkaar gezet en de koning beperkt de magiërs meer en meer.
Mystery wordt hierdoor gedwongen om naar het Capitool te gaan, de enige plek waar magiërs nog mogen leven, om daar haar krachten te leren beheersen. Maar hoe goed het Capitool op het eerste gezicht ook lijkt, niets is minder waar.
De koning en Generaal Chase zijn achter de schermen bezig met een Geneesmiddel. Een Geneesmiddel tegen magie. Maar wat als blijkt dat het een front is voor iets veel ergers…
Over de auteur
Maaike Blom is een 20-jarige geschiedenis student aan de Universiteit van Amsterdam. Al van jongs af aan schreef zij verhalen en was ze een groot fan van fantasy en young-adult boeken. Tijdens de Corona-pandemie heeft zij haar passie voor lezen en schrijven herontdekt en besloot ze één van haar werken op te sturen naar een uitgeverij. Dit was het begin van het ontstaan van ‘Vuur en Schaduw’.
Ze is een echt kattenmens, vegetarisch en verzamelt planten in haar vrije tijd. Naast haar hobby’s tekenen en schilderen, houdt ze erg van boeken. Ze heeft onder andere stage gelopen in een bibliotheek, werkt momenteel in een boekenwinkel en heeft een Instagram account (@maaikeslittlelibrary) waar zij haar liefde voor boeken dagelijks met anderen deelt.
Inkijk
Vol walging keek ik naar het schouwspel. Ik strompelde naar achteren, weg van het gevecht, naar de boomgrens achter mij.
Het idee om te vluchten schoot me plotseling te binnen, gevaarlijk maar verleidelijk.
Dit was een kans.
Misschien kon ik nu nog terugkomen in de IJsvallei. Ik kende de weg. Het bos kon me bescherming bieden…
Maar veel tijd om erover na te denken had ik niet.
Een grote, gespierde man kwam tussen de bomen door op me afgerend. Hij had een makkelijk doelwit gezien en had gewacht, in tegenstelling tot zijn vrienden.
In paniek wilde ik terugrennen naar de koets, maar mijn voet bleef haken achter een boomwortel. Ik viel achterover en mijn hoofd klapte hard tegen de droge grond.
Duizelig en verdwaasd keek ik om me heen. Witte vlekken dansten voor mijn ogen en ik probeerde weer overeind te komen.
De man was me voor.
Hij lachte luid en sprong bovenop me. Alle lucht werd uit mijn longen geperst en ik hapte naar adem. Ik probeerde weg te komen, maar de man was te sterk en te zwaar. Ik kon me niet bewegen.
Zijn vlammende ogen stonden vol razernij. Zijn haar was lang en vet en zijn tanden geel en zwart.
Hij hief een lange, vlijmscherp uitziende dolk en stopte hem recht boven mijn hart.
Zijn grijns verbreedde.
“Stop, alsjeblieft,” smeekte ik, terwijl ik mijn armen los probeerde te krijgen. Zijn knieën duwden zich dieper in mijn vlees en de dolk glinsterde.
Mijn hart ging als een razende tekeer.
“Heks! Bezweerder!” riep hij. “Bespaar me je valse smeekbedes. Jij en je soort moeten worden uitgeroeid.” Zijn adem rook verschrikkelijk en zijn ogen stonden wild, als een dier dat naar zijn prooi keek.
Lilith had gelijk gehad. Mensen haatten magiërs…