Samenvatting
Twee internationale agenten worden binnen korte tijd gedood in Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië-Herzegovina. Na het succes van hun vorige missie krijgen Joseph Conrad, Rose Hillberry en Buddy Holden de opdracht om uit te vinden wat daar aan de hand is en om actie te ondernemen als de situatie daarom vraagt. Ze stuiten al gauw op een wespennest van dusdanige aard, dat ze zich afvragen of dit niet te groot voor hen is. Aan de andere kant, er zal toch ingegrepen moeten worden om een enorme ramp te voorkomen en ze beseffen dat ze zich wat dat betreft in poll position bevinden. Ze hebben bovendien een belofte gedaan.
Over de auteur
Jan Erik Hoeve (1953) is geboren en getogen in Amsterdam, maar woont alweer jaren in een klein dorp op het platteland van Noord-Holland. Hij heeft lesgegeven in de vakken Engels, Nederlands en Muziek, vooral op de IVKO, een leefschool met veel kunstvakken. Later werd hij afdelingsleider op het MCO, een VMBO in Amsterdam-Oost. Daarnaast is hij ook muzikant. Hij bespeelt de pedalsteel gitaar en de vijf-snarige banjo. Jan Erik is getrouwd, heeft twee dochters en drie prachtige kleinkinderen. Sarajevo is zijn tweede boek.
Productinformatie
- ISBN
- 9789464680263 / 978-94-646-8026-3
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 26-08-2022
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Thrillers
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 254
- Formaat
- 16 x 24 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
“Goeiemorgen Donija.” Het was de stem van de buurman. Hij klonk opgewekt maar zijn ogen stonden mat, net zoals bij iedereen. Hij stond tegen de deur geleund van zijn kledingwinkel die al maanden dicht was. Het leek zijn humeur ogenschijnlijk niet te hebben beïnvloed. Mensen gedroegen zich alsof de verschrikking waarin ze leefden de normaalste zaak van de wereld was.
“Dag Caz!” Ze glimlachte vriendelijk terug. “Zie ik je straks nog?”
“Tuurlijk! Dat weet je!” Ze lachte, zwaaide en liep door.
Hij was Serviër maar zou net zo makkelijk door zijn eigen mensen worden doodgeschoten als de rest. Had ie zich maar eerder bij hen moeten voegen. Had ie maar niet in de stad moeten zijn.
De mensen op straat zagen er over het algemeen tip top uit. De vrouwen droegen allemaal make-up. Hun haar zat zonder uitzondering verzorgd en hun nagels waren met aandacht gelakt. De mannen droegen onder hun jassen een net pak wist ze en de meeste van hen een overhemd met stropdas. Net zoals bij Job slobberden de broeken een beetje om hun benen. Sommigen hadden een bidon in hun hand.
Plotseling klonk weer het gefluit van een naderende granaat en Donija dook net zoals alle anderen even in elkaar. Het ding sloeg vlakbij in een parallelstraat in. Een verre kreet volgde. Daarna liep ze net zoals de rest verder alsof er niets was gebeurd. Toen vervolgens ergens een salvo van een automa-tisch geweer losbarstte schoot iedereen, en dus ook Donija, in een enigszins schommelend huppeldrafje, om een aantal seconden later, nadat het geluid was gestopt weer gewoon verder te lopen. Niemand keek ondertussen op of om. Van Darko, een van de regelmatige gasten, wist ze dat de Amerikanen in stad, de Septics, dit loopje de ‘Sarajevo shuffle’ noemden.
Zachte klassieke muziek drong tot haar door en dat geluid werd duidelijker naarmate ze dichter bij het gat in de muur kwam waardoor ze via grote geschakelde kelderruimten de binnentuinen kon bereiken. Daar zou ze zich veiliger voelen dan in de straten, hoewel die veiligheid relatief was.
De muziek werd luider en toen ze door het gat stapte wachtte haar een verrassing.