Samenvatting
Saharah, een jonge vuurelf, is samen met haar familie ondergedoken in een lege magmakamer in de Vulkaan van Lo. Ze waren gevlucht voor de inmiddels tienjarige oorlog met de menselijken. De Vulkaan is een vredig oord. De oorlog wordt al snel naar Saharahs achterhoofd verdreven.
Tot haar zus Fay verdwijnt.
Saharah kan niet anders dan de oorlog in de ogen kijken en haar zus gaan zoeken. Samen met Kai en een kobold genaamd Cor gaat ze op weg. Maar zijn die twee te vertrouwen? Cor is heel gesloten en Kai verandert al snel in een schimmig figuur vol geheimen en mysteries. En, nog belangrijker, wie is de schaduw die haar sinds kort achtervolgt?
Over de auteur
Sterre Nielandt is een jonge Belgische schrijfster die ervan houdt om haar verbeelding tot leven te wekken. Ze heeft een enorme liefde voor taal. Na het lezen van vele boeken besloot ze er zelf één te schrijven. Haar favoriete auteurs zijn Roald Dahl, Licia Troisi, J.K. Rowling en Marissa Meyer.
Ze woont samen met haar ouders en grote zus.
Inkijk
Fay onderbrak haar stroom van gedachten door een kneepje in haar hand te geven.
‘Waar denk je aan? Je kijkt zo bedenkelijk.’
Saharah glimlachte naar haar.
‘Ik probeer wat beelden van Plata voor de geest te halen.’
‘Tevergeefs?’
‘Zoals altijd.’
Fay fronste haar wenkbrauwen.
‘Ik vraag me af waarom je er zo weinig van weet. Mijn hoofd… ’ Fay rilde. ‘Misschien moet je jezelf gelukkig prijzen dat je er niks meer van weet.’ Ze tuurde over de boomtoppen van het bos waaraan de vulkaan grensde. ‘Ik vraag me af wat er buiten de vulkaan is, om over iets anders te beginnen. Jij niet?’
Saharah stond op.
‘Misschien. Als er geen oorlog is.’
Haar zus grinnikte.
‘Tuurlijk. Misschien eindigt de oorlog ooit en reizen we heel Evaria door.’
Saharah glimlachte.
‘Zo lang wij samen zijn, kunnen we overal naartoe reizen.’
Fay grijnsde.
‘Denk jij wat ik denk?’
Saharah sperde haar ogen open.
‘Dat kun je niet maken. Pa zei héél nadrukkelijk dat we de vulkaan niet mogen verlaten. Sorry, maar nee.’
Fay haalde teleurgesteld haar schouders op.
‘Hé, kijk eens.’ Ze wees naar een punt in het bos, waar een lichtje flakkerde. Eigenlijk was “lichtje” geen goede beschrijving. Het was een vrij felle, goudkleurige gloed. En niet ver bij de vulkaan vandaan. De haren in Saharahs nek kwamen overeind. Het licht verdween.
‘Denk je dat het menselijken zijn?’ vroeg Fay. Haar stem was niet meer dan een fluistering.