Samenvatting
Er cirkelen korte brieven in een vreemd taalgebruik rond nadat er een moord is gepleegd. Dit brengt veel onrust in de criminele wereld. Wat staat erin geschreven? Worden er bepaalde namen genoemd? De recherche kan uit het taalgebruik geen wijs worden. Alleen een dove vriend is bekend met dat ‘taaltje’, waardoor hij betrokken raakt bij het onderzoek. Ondanks de gesprekken met de recherche in spreek- en gebarentaal en gebruik van een doventolk, is het moeilijk om er achter te komen wie voor de moord verantwoordelijk is. In Brieven van een dode word je als lezer meegenomen als detective om deze zaak op te lossen.
Over de auteur
"Ik woon met mijn vrouw in Kortenhoef. Na jarenlang de schilderkunst te hebben beoefend ben ik wegens ruimtegebrek over gegaan op het schrijven van boeken. Ik ben begonnen met een verkorte biografie over mijn verblijf op een doveninstituut, Elf jaar en twee maanden. Daarna ben ik thrillers gaan schrijven waarin mijn lotgenoten, de doven, een belangrijke rol spelen. Mijn thriller Waarom..? Krijgen stille moorden toch gehoor? en deze thriller Brieven van een dode zijn fictieve verhalen."
Productinformatie
- ISBN
- 9789402220582 / 978-94-022-2058-2
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 09-10-2015
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Thrillers
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 364
- Formaat
- 16 x 24 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
Majoor zucht opgelucht en kijkt voorzichtig door de vitrage naar buiten of de taxi er nog staat. Als dat zo is, loopt ze vlug naar de keuken en doet de keukendeur van het slot nadat ze het alarm heeft afgezet. Na een paar minuten ziet ze de hand van Anne Mastenbroek boven de poort zwaaien. Ze gaat er vlug naartoe en opent het slot, waarna ze het direct weer sluit als haar vriendin er door is..
‘Ik heb er genoeg van’, zegt ze terwijl zij het huis binnengaan. Ook Mastenbroek is de gebarentaal machtig, wat prettig is voor Jasperine Majoor en Willem Schilder die haar zwager is.
Als beiden in de kamer voorzichtig naar buiten kijken, zien ze dat de taxi er nog staat. Tegelijkertijd geeft het mobieltje van Majoor dat op tafel ligt een flits af. Verschrikt kijkt ze naar haar vriendin. Ze zegt tegen haar: ‘Niet oppakken. Het zal wel weer van hem zijn.’
‘Ik zou het toch maar doen. Het kan iemand anders zijn. Als hij het is, dan even kijken wat hij te zeggen heeft’, zegt en gebaart Mastenbroek terug.
Majoor kijkt haar aan met enige twijfel en pakt haar mobieltje op.
‘Ja, hij is het’, zegt ze en ze ziet dat er geen bericht staat. Ze haalt haar schouders op en legt het mobieltje op tafel. ‘Staat niets op, geen bericht’ zegt ze.
‘Als hij nu toch weer belt, laat mij dan opnemen. Ik zal hem eens even zijn vet geven’, zegt en gebaart Mastenbroek tegen haar. Als zij dat gezegd heeft, begint het mobieltje te rinkelen en te flitsen. Dat betekent dat De Groot geen sms’je heeft gestuurd maar gewoon heeft gebeld. Mastenbroek neemt op en zegt meteen zodra zij hoort dat het De Groot is:
‘Zo flinke vent. Durf je wel? Nu moet het maar eens afgelopen zijn met Jasperine lastigvallen met je stoere taxi en sms’jes. Als je zo doorgaat, zullen wij een klacht tegen jou indienen.’
Majoor kijkt haar vriendin aan en knikt. Tegelijkertijd zien ze de taxi wegrijden. Opgelucht slaakt Majoor een zucht en zegt:
‘Dat zal voor een paar uurtjes helpen, maar morgen of straks staat hij weer voor de deur. Dat doet hij nu twee tot drie keer per dag. Ik voel me niet zo vrij meer.’
Reviews
Ook van deze auteur
Elf jaar en twee maanden
Wim Heerschop
Waarom..? Krijgen stille moorden toch gehoor?
Wim Heerschop
Bij de vraag "waarom" moet men dikwijls het antwoord schuldig blijven. Waarom moesten die personen op het instituut voor doven om het leven worden gebracht? Wordt in die stille wereld van doofheid door de rechercheurs van het bureau St. Michielsgestel het antwoord gevonden? De spanning in dit boek is goed opgebouwd waardoor de lezer mee moet denken. Je voelt jezelf een detective waarbij je nieuwe puzzelstukjes hoopt te vinden. Het is een spannend geschreven misdaadroman met een eigen karakter. Dat komt doordat het deels afspeelt op het instituut voor doven en er wordt gesproken over gebarentaal. De ontknoping is verrassend.