Prachtig boek.
Heel verzorgde uitgave.
Inhoudelijk ook zeer goed en vlot geschreven.
In een lange rechte straat met de vanzelfsprekende naam van "Lijndraaiersstraat" draaide men anno 1860 einden touwen tot koorden en dan verder tot trossen. De behuizing was er alles behalve. Vanuit de diepte keken piepkleine vochtige huisjes uit over zes overdekte lijnbanen aan de overzijde. Andere dagloners woonden in de grootste ellende met heel hun kroost op kleine, donkere kamertjes; onder meer in de Twaalf Apostelensteeg. In 1833 liet Jean-Baptiste Bataille daar zeventien huisjes optrekken, nauwelijks twintig vierkante meter groot! Ze werden in 1856 afgebroken en in 1862 werd de grond verkocht voor de bouw van een kerk. Anderen woonden in één van de vier onooglijke, verdoken "sloppen" tussen de Brigantijnenstraat en de Fregatstraat. Ze werkten onder andere aan de teerkachels die nodig waren om het touw mee in te smeren. Het was een harde en weinig gewaardeerde job.
Al van in mijn tienertijd wist ik dat admiraal Piet Hein gesneuveld was tijdens een zeeslag met Jacob Besage, een Oostendse kaper uit de zeventiende eeuw. Blijkbaar kennen maar weinig bewoners van onze kuststad die historische figuur naar wie en straat op de Vuurtorenwijk vernoemd werd. Tijdens mijn speurwerk vond ik ook heel wat wetenswaardigheden over het leven van de gewone man in die rumoerige tijden. Het resultaat is een historische avonturenroman geworden met heel wat humor maar ook een liefdesverhaal met tragische afloop.