Samenvatting
Na het verslag van zijn bezoek aan Madagaskar beschrijft Huib Papenhuijzen ditmaal het leven van de Bosjesmensen in Namibië. Deze interessante mensen leven al meer dan honderdduizend jaar als jagers-verzamelaars in Afrika. Nauwkeurig, toegankelijk en hier en daar humoristisch beschrijft hij hoe de Bosjesmensen in hun natuurlijke omgeving samenleven en wat de gevolgen waren van het verschijnen van andere bevolkingsgroepen in het zuiden van Afrika. De rode draad doorheen ook deze veldstudie is competitief en coöperatief gedrag, niet alleen van de mens, maar ook van allerlei bijzondere dieren en planten in dit droge woestijnland. Het enthousiasme en de leergierigheid spatten er vanaf en zuigen de lezer mee, zodat u verlangend uitziet naar meer.
Over de auteur
Uit verwondering over het vaak tegenstrijdige gedrag van de hedendaagse mens onderzoekt Huib Papenhuijzen (1948) de samenhang tussen concurreren en samenwerken. Beide gedragsfenomenen komen in de gehele levende natuur in allerlei verhoudingen voor en zijn de moeite van het bestuderen meer dan waard. In 1997 begon hij met reizen naar tamelijk onbekende gebieden om daar in contact te komen met de plaatselijke bevolking. Hij verwonderde zich over het egalitaire gedrag van caboclos in de Amazone, Wichí- en Pilagá-indianen in Argentinië, Joepiks in Siberië, Chamorro in de Stille Zuidzee, Boerjaten in Mongolië, Mikea in het zuiden van Madagaskar en nu dan de Bosjesmensen in de Kalahari.
Het eerste exemplaar zal worden overhandigd aan Dr. Jan Terlouw bij boekhandel Bruna in Vorden op zaterdag 14 maart 2020 om 11:00 uur, waarbij belangstellenden van harte welkom zijn.
Productinformatie
- ISBN
- 9789463897839 / 978-94-638-9783-9
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 14-03-2020
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Reizen
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 90
- Formaat
- A5
- Illustraties
- Ja
Inkijk
De Bosjesmensen vingen dieren met strikken gemaakt van struisvogelpezen, toverden met lange gebogen speren malse springhazen, een soort mini kangoeroes, uit hun diepe ondergrondse burchten te voorschijn en slopen, vermomd als struisvogels, naar de grote grazers om hun pijlen van dichtbij op hen af te kunnen schieten. De Bosjesmensen kenden vele soorten plantaardig en dierlijk gif en wisten alles over vindplaatsen, toebereiding en uitwerking, maar ook over de nodige veiligheidsmaatregelen. Zo verzamelden zij Diamphidia nigro-ornata-larven, die zich in de buurt van mirre- en wierookstruiken tot op een meter diep onder de grond voor hen verborgen hielden. De diamphidiakever is even gevreesd als haar nichtje, de coloradokever, die onze aardappelplanten voortdurend opeet. De Bosjesmensen voelden zich dan ook niet bezwaard om met een vijzelstokje het sap uit die bleke kronkelwormen in de kom van het heupgewricht van een giraffe uit te persen. Vervolgens doopten ze hun pijlpunten in dat elixer en lieten het opdrogen. Dosering: tien uitgeperste larven per pijlpunt is voldoende om een grote antiloop zoals een koedoe, elandantiloop of spiesbok zodanig te verzwakken, dat deze de urenlange achtervolgingsjacht uiteindelijk opgeeft. Wel even opletten dat je niet het stukje vlees opeet, waar de pijlpunt het prooidier is binnengedrongen. En wat te denken van de ‘boesmansgifboom’? Deze lijkt weliswaar sprekend op een vriendelijke cactusreus, maar is in werkelijkheid een Euphorbia, uit de levensgevaarlijke wolfsmelkfamilie en ook haar melkwitte kleverige sap werd gebruikt om de speer- en pijlpunten in te dopen.
De Europese kolonisten voelden zich in zuidelijk Afrika weliswaar superieur aan de wilde naakte mens en qua bewapening, agressie, competitiviteit en uitbuiting waren ze dat zonder twijfel, maar stiekem bewonderde de witman de Bosjesmensen. Ronduit jaloers waren ze op hun prachtige blanke tanden, steevast fiere fallus, vetvrije lichaam, kennis van de natuur, inventiviteit, doorzettings- en overlevingsvermogen en, last but not least, hun leeuwenmoed.
Reviews (4)
De flora en fauna en de geschiedenis van het land komen ruimschoots aan bod. Maar vooral het leven van de inheemse bevolking met zijn vele aspecten krijgt volop aandacht. De belevenissen tijdens de reis worden op een heldere en duidelijke wijze beschreven. Genoemd moet ook worden de ondertitel van het boek 'Over Cohesie en Creatie'. Dit is eigenlijk de kern van het boek. Met name de sociale cohesie, waarvan de schrijver ons voorbeelden geeft, en waarbij hij ons wil voorhouden dat samenwerken, op vele gebieden, uiteindelijk het beste is voor de samenleving.
Blijkens het schrijven, is het boek, samen met het eerder uitgegeven essay 'Zotte opvliegers - Het waanzinnige leven op Madagaskar' (ISBN: 978-94-0223-981-2) een voorzet voor een later uit te geven studie over competitief en coöperatief gedrag bij de mens.
Ook van deze auteur
![Voorkant cover](https://storage.boekscout.nl/media/1ef3d078-c344-69fc-9140-61208e5f66ca.webp)
Zotte opvliegers Het waanzinnige leven op Madagaskar
Huib Papenhuijzen
![Voorkant cover](https://storage.boekscout.nl/media/1ed3b1de-7e44-6510-ad76-25d664498963.webp)