Kobudo
De wapenkunsten van Ryukyu en Japan

In zijn nieuwste uitgave ʻStraatwijsʼ beschrijft Baas de psychologische en fysieke aspecten van het straatvechten, maar ook van diverse andere vormen van geweldpleging. Hij beschrijft uitvoerig hoe ruziezoekers vaak te werk gaan, wat daders beweegt en welk tactisch inzicht een persoon nodig heeft indien praten echt niet meer helpt. Zal iemand die dreigt ook daadwerkelijk tot geweld over gaan? Weet jij hoe je zult reageren en waarom je lichaam zo hevig protesteert? Wordt het nu rennen of vechten? Hoe vlucht je het verstandigst? Wat als je onverwachts in een groepsgevecht beland? Hoe lost de natuur dit op? Ook worden de talloze misvattingen over zelfverdediging, vechtsporten, agressie en geweld onder de loep genomen. Aangevuld met statistieken en veiligheidstips is 'Straatwijs' een must-have voor iedereen die zich serieus wil voorbereiden op de talloze afwijkende gezichten die het straatgeweld rijk is.

Sensei, heeft u een oefening waar ik sneller lenig van wordt?, Sensei, hoe kan ik het beste mijn scheenbenen harden en zijn er oefeningen om mijn balans te verbeteren?, Sensei, hoe kan ik hoger leren trappen?, Sensei, wat houdt budo nu werkelijk in?

Vrijwel iedere leraar herkent deze steeds weer terugkerende vragen van zijn leerlingen. Ze vragen om huiswerk zodat ze zichzelf buiten de lesuren extra kunnen bekwamen. In dit boek worden talloze trainingsopties op ieder denkbaar vlak onder de loep genomen en op verantwoorde wijze uitgelegd. Zo ook de vele gevaarlijke en foutieve voorbeelden die men terugvindt in speelfims. Letterlijk alle methodes die in dit boek vermeld staan zijn persoonlijk uitgetest en zijn afkomstig uit geschiedenisboeken, oude documentaires of martial-art films. Behandeld via vele methodes en spelvormen die zowel binnen als buiten de dojo, zowel in groepsverband als individueel toepasbaar zijn. Het boek beschrijft tevens hoe u uzelf op mentaal vlak kunt trainen in het begrijpen van de ware betekenis van budo. Dit boek is zowel voor leraar als leerling, ongeacht welke krijgskunst men beoefent, een zeer praktische handleiding.

“Hier op Java noemen ze het ʻdat waar je niet over spreektʼ. En het is overal. Het schuilt in de grond. Het sist in de vulkaan. Het komt aanwaaien met verre winden.
Het ruist aan met de regen. Het rolt aan met de donder. Het zweeft van ver uit de horizon over de eindeloze zee en het is vooral te zien in de ogen van de Javaan. En het knaagt als een vergif van vijandschap aan lichaam, ziel en leven van de Europeaan. Stil bestrijdt het deze overwinnaar. Heel langzaam sloopt het hem. Het laat hem wegkwijnen en tenslotte sterven. Dat waar je niet over spreekt. Het is de stille kracht... ”

Met deze woorden begon de televisieserie ʻDe Stille Krachtʼ in de jaren ʻ70. Deze serie, die het Indonesische geloof in witte en zwarte magie in beeld bracht, fascineerde menig Nederlander. Evenals de televisieserie Kris Pusaka. Hoewel deze esotherische kunst, die ook wel de Stille Kracht wordt genoemd, door de Nederlanders vaak als inheems bijgeloof word afgedaan, is er voor de Indonesiërs en menig Indo niets reëeler dan het bestaan ervan.

Patrick Baas begon in 1978 op zesjarige leeftijd met zijn eerste training in de dojo van Karate- en Taekwondopionier Louis Pardoel, de hoogste dangraad-houder van Europa. Op 14 jarige leeftijd werd hij bevorderd tot één van de twee jongste zwarte band-dragers in Nederland. Sindsdien traint hij onophoudelijk met vele grootheden in de wereld van de oosterse krijgskunsten en moderne zelfverdediging. In zijn boek ʻKong Soo Do, de moderne benadering van Koreaans Karateʼ biedt hij de lezer een dui delijk en inhoudelijk overzicht van de vele belangrijke essenties van het moderne Karate. Patrick Baas beschrijft de geschiedenis en ontwikkeling vanaf circa 1797 tot en met het heden en geeft uitvoerig zijn mening en kritiek over zaken als wedstrijdvechten, zelfbeheersing, zelfverdediging, dojangetiquette, exameneisen, ademhalingstechnieken en het gebruik van wapens. Kortom, voor zowel beoefenaars van deze moderne Koreaanse Karatestijl, als voor beoefenaars van andere budodisciplines, bevat dit waardevolle en rijkelijk geïllustreerde naslagwerk veel leer- en denkstof. De budo-denkwijze die men in het boek aantreft is gebasseerd op ruim negenentwintig jaar praktijkervaring en persoonlijk onderzoek van de schrijver.