Het Vuur van de Vreemdeling
Deel 1: 1666 De zeventiende eeuw door de ogen van een loods, een koopmanszoon, een matroos en een plateelbakker
- Auteur
-
Mirjam Molenaar
- Uitvoering
- Paperback
- Genre
- Romans
- Prijs
- € 23 ,50
- Verzending
- Gratis verzending in Nederland en België
- Levertijd
-
Twee tot vijf werkdagen vanaf publicatie
(Nederland en België)
Samenvatting
Onheilsprofeten voorspellen dat 1666 het duivelsjaar wordt, en voor Sytze, Thomas en Hidde is dat ook zo. De oorlog tussen Engeland en de Republiek zet hun vriendschap op scherp. Sytze, de zoon van een Terschellingse loods, ziet zijn volledige toekomst weggevaagd worden door een rampzalige aanval van Engeland. Als vluchteling belandt hij in Friesland. Zijn jeugdvriend Thomas is de zoon van een Engelse koopman. Het internationale contact tussen de twee families dateert al van lang voor de oorlog. Sytzes buurjongen Hidde tekent noodgedwongen als matroos voor de oorlogsvloot onder Michiel de Ruyter, en vecht tegen Engeland. Wat betekent de oorlog voor de vriendschappen? Hoe zit het met seksualiteit? En wat is het geheim van het astrolabium, dat Sytze van zijn stervende vader krijgt?
Over de auteur
Het Vuur van de Vreemdeling is Molenaars debuutroman, die in twee delen uitgegeven wordt. Ze begon haar carrière als keramist, en werkte ruim twintig jaar in het voortgezet onderwijs. Gedreven door een fascinatie voor zowel jonge mensen en identiteitsontwikkeling als voor oude ambachten, beschrijft ze in dit boek niet alleen de tweede Nederlands-Engelse oorlog, maar ook de identiteitsstrijd van de drie jongens, en de harde wereld van grond en klei bij de Harlinger plateelbakkers. Fries blauw was een belangrijk exportproduct, maar de jongens die het maakten stonden letterlijk met hun blote voeten in de aarde. In deze roman hebben, behalve drie jonge mannen, een paar sterke vrouwen uiteindelijk een doorslaggevende rol.
Productinformatie
- ISBN
- 9789464686722 / 978-94-646-8672-2
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 16-06-2023
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Romans
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 300
- Formaat
- 16 x 24 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
Water spoot omhoog en sloeg met geweld over de boeg. In vliegende haast sjorde Sytze een extra zeil vast. Met al zijn kracht trok hij de touwen zo strak mogelijk. Een blik achterom vertelde hem dat ze geen seconde te verliezen hadden. Een Engels fregat achtervolgde hen al vanaf de wateren ten oosten van Schotland en naderde gestaag. Het schip tekende zich in een paar vage contouren af tegen de duisternis van de nacht.
Plotseling was het schip uit de gitzwarte omgeving opgedoken en had het duidelijk op hen voorzien. Sytze was onderweg van IJsland naar huis. Hij had de laatste nachtwacht in onstuimig weer en kreeg het fregat door een bliksemschicht net op tijd in de gaten. Razendsnel hees hij het grote zeil, kapte de ankerkabel en schreeuwde de anderen wakker. Nipt ontsnapten ze, als een stormvogel die met een enkele vleugelslag de fatale aanval van een stil naderende snoek ontwijkt.
In het oosten begon de hemel al een piepklein beetje kleur te krijgen. De boeg dreunde op de golven. Het laatste regenwater van een nacht vol onweer en bliksem sloeg op hen neer, en de mannen moesten zich met al hun kracht vastklemmen om niet te water te raken. Niet nu nog, op het laatst, terwijl ze al bijna thuis waren! Met een mastworp sjorde Sytze vloekend een touw vast. Zijn benen klemden zich stevig om de boven het water uitstekende boom.
De oorlog met Engeland had vele gezichten, en dit was er een. Sytze was blij dat hij vorig jaar het maken van een tweede mast had doorgedrukt. Zonder het grote tweede zeil en de nieuwe bramsteng zouden ze nu zeker prooi zijn voor oorlogszuchtige jagers. Toch was het niet genoeg. Een hoeker was een platbodem en geen partij voor een fregat, dus moesten nu zelfs de bomen waaraan de visnetten normaal hingen gebruikt worden als extra mast. Al improviserend en boven de golven bungelend sjorde Sytze samen met Riemer en Japik de reservezeilen vast. Riemer was de oudste en meest ervaren vaarmaat. Japik was achttien en even oud als Sytze. Ze schreeuwden elkaar gehaast aanwijzingen toe. Sytzes spieren spanden zich tot het uiterste. Hij klampte zich vast om niet in het water gesmeten te worden. Hevige schokken gingen door de romp van het schip.
Wat zouden de Engelsen doen als ze hen te pakken kregen? De voorraad uit het ruim inpikken? Zeker! Het schip in brand steken? Hen overboord zetten? Hen gijzelen? Het idee was zo angstaanjagend dat zelfs de kolkende golven onder Sytze hem niet meer konden boeien, ook al wist hij dat ze niet konden stoppen of keren als hij er nu in zou vallen.
Het nieuwe zeil ving met een schok wind. De grijze Riemer hing met zijn hele gewicht in de touwen om het zeil zo strak mogelijk te houden. Nu nog een extra zeil aan de andere kant. Moest er lading overboord gezet worden om het schip lichter te maken? Dat was zonde, maar als ze gepakt werden waren ze alles toch kwijt, en dan was er een grote kans dat ze het er niet levend af zouden brengen. Hoever was het nog tot de ondiepten bij de Waddeneilanden?
In de verte doemden lichtjes op. Was dat Texel? Nee, dat zag er anders uit. Waren ze uit koers geraakt misschien? Sytze tuurde in het halfduister vooruit. Hij probeerde te begrijpen wat hij zag. In een reflex kneep zijn maag samen: de olielampen van… een vloot… oorlogsschepen?
‘O hel, Engelsen!’ hoorde hij Japik naast zich vloeken.
Sytze probeerde na te denken. ‘Dat weet je niet,’ zei hij gespannen, ‘maar we kunnen het niet gokken. Straks zeilen we met een rotvaart zo de handen van de vijand in.’
Japik vloekte.
Rechts dacht Sytze het vuurbaken van Oost-Vlieland te bespeuren, en achter de vreemde vloot het licht van de Brandaris, de vuurtoren van West-Terschelling. Dat betekende dat het niet ver meer was, en dat was maar goed ook want de wind begon te draaien. De Vliestroom was op deze manier alleen wel onbereikbaar. Sytze pakte het roer, stuurde het schip iets naar bakboord en wierp nog een blik achterom. Ze liepen nu iets uit op het fregat. Goddank, die extra zeilen moesten het doen. Riemer stak zijn duim naar Sytze op.
Met een klap denderde de hoeker op een paar kruisgolven, een teken dat de stroming veranderde. Vasthouden! Schrap zetten! Sytze probeerde de oorlogsvloot – ja het moest wel een oorlogsvloot zijn – aan de noordkant te passeren. Daarna koerste hij zuidwaarts richting de zeestraat tussen Ameland en Terschelling. Normaal zou hij over het Stortemelk bij Vlieland gegaan zijn, dus dit was een kleine omweg. Als ze het lage water maar bereikten, dan waren ze veilig met dit schip. Een fregat zou nooit in de ondieptes langs de kust kunnen volgen. Nog een blik achterom. Het móést lukken!
Reviews
Er zijn nog geen reviews over dit boek