Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

Handverlegen Handvest

Auteur

frans frengen

Uitvoering
Paperback
Genre
Romans
Prijs
22 ,99
Verzending
Gratis verzending in Nederland en België
Levertijd
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)

Samenvatting

De peuter Anaïscha vlucht uit haar land weg met de familie naar Europa: België. Op de miserabele boottocht wordt ze getuige van breed menselijke gevoelens en verwerpelijkheden van de menselijke diersoort, daardoor onbesuisd aangevreten beïnvloedt de vaderliefde d’r als een obsessie. Ze leert de ziekelijke Judge kennen. Ze belopen samen, onafscheidelijk de weg van schone menselijkheid, sluiten als het ware een pact, ‘n oorkonde. De twee kleuters verliezen elkaar snel uit het oog en vinden na twee decennia; zij bewoont immers ‘n ander werelddeel; elkaar weer voor een kort verblijf. Hun aantrekkingskracht laait weer op. Stilaan leren ze elkaar echt beminnen. Groeit het naar winst of verlies? Dat blijft de vraag…

Over de auteur

Frans Frengen (1948) brengt zijn derde boek uit. Omwille van de oorlog die zo veel mensen raakt, stelt hij de uitgave van zijn laatste boek uit de trilogie voor zijn moeder over het verzet, even uit. Dit nieuwe meeslepend verhaal wou hij al lang uitbazuinen. Vriendschap betekent immers de leidraad in zijn leven. Eén van zijn kunstwerken in unieke fumaginestijl siert deze cover.

Productinformatie

ISBN
9789464505870 / 978-94-645-0587-0
Uitgeverij
Boekscout
Verschijning
27-05-2022
Taal
Nederlands

Genre
Romans

Uitvoering
Paperback
Pagina's
274
Formaat
16 x 24 cm
Illustraties
Nee

Inkijk

Hij legt de linkerhand op mijn dij, heeft ogenschijnlijk geen opmerkingen gezeefd. Ik voel huiddelen, in de pan gegooid, dichtschroeien. Ik passeer hier elke dag. Hij hoort voorzeker de tongval, niet tot dit land te behoren. Hij maakt er allusie op, waarbij ik ook zijn zielenhuis binnenkruip. Jij moet uit de hemel geland zijn, jij bent niet uit deze streek afkomstig, engel. Hij legt nadrukken als velours. Ik verjaag deze rattenvanger van Hamelen voorzeker niet, niet alleen omwille ‘t rattenvolk, dat verwoed touwtje knaagt, waarbij m’n driehoek een benarde situatie omsluit. Bij een zonnig spel als dit, wil ik me verkneukelen. Ik kruip meteen binnen via de scherven aan zijn vensterraam, rasp me aan blinkende duiveltjesscharren, welke sneller tussen stopverf uit, weg gepeuterd zouden kunnen zijn. ‘Ik woon hier in de buurt,’ haspel ik, wijs uitnodigend naar het verdere, afgelegen dorp. Van hieruit kun je alleen mistig, omwille mijn helderheid, de uitgestrekte donkerheid waarnemen. We geraken aan de praat. Hij vertelt dat hij het dorp vlakbij bewoont, wijst dezelfde richting uit. Hij weet door insinuaties, dat ik de medische hulppost; de andere kant; dagelijks aandoe als werkgelegenheid. Het praten lijkt hier massa’s interesse los te weken. Hij stolesteert naar: werktijden, mankracht, gebruikte medicijnen. Hij vraagt terwijl ik blote wandelwegen in de ogen binnenstap, plots ‘n andere wegel op: hoe oud ik hem zou schatten? Alsof hij het vleugje ongerustheid, de behuizing van aandachtlamheid luttel waarneemt. Naar gewoonte verlaag ik vermoedelijke scores bij zulke vraagbakens. Ik zou omwille ‘t uitzicht een geweldige reeks moeten milderen. ‘Zeventien misschien,’ ik wil toch iets zeggen. Hij lijkt immers jong: nacht zal het ons leren. ‘Dat raad je goed,’ zegt hij. Een ander getal was zonder twijfel ook ziedend raak geweest.

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

Er zijn nog geen reviews over dit boek

Ook van deze auteur

Voorkant cover

Als uit twee dozen klaprozen

Frans Frengen

Tinne, een knappe vrouw (23), eigenares van een kruidenierswinkeltje trouwt op 10 mei 1940: onder onheilswolken, oorlogsdreiging, dezelfde calamiteit als bij de Grote Oorlog waarin zij het levenslicht zag. De tijdsgeest rampspoed van de “achttien-daagse” oorlog jaagt haar op de vlucht naar een schuilkelder waar dood loert. Brokstukken drijven, lijfliederen dirigeren. Tinne wil vechten tegen de vuist ellende, de overheersing van de bezetter, de grove gesel verdriet, moord, verraad en zedenverval. Ze wil strijden om de rijkdom waarin haar windboei - de uitgesneden Carrie, na de dood van haar ouders, ook op 10 mei 1940, alom gekruisigd wordt door handtastelijkheden en zelfs een affaire heeft met een opponent - als goudvis ronddobbert en intrekt bij de grootouders. Tinne raakt ondergronds verankerd aan een verzetsbeweging.

22,99
Voorkant cover

Scherven en vergeet-me-nietjes

Frans Frengen

Tinne, in stilte gebombardeerd tot kapitein van het verzet in haar dorp Lomaste (Londerzeel) en omstreken, ontpopt zich hier. Jong en knap, bevecht zij clandestien de overheersing. Ze broedt plannen tegen de bezetters, probeert de schobbejakken een hak te zetten. Volk en vrienden, waartoe het juwelenkistje Carrie behoort, wil Tinne doorheen beproevingen en ellende loodsen. Carrie, een schoonheid, wordt ondanks de verliefdheid, door een dorpsgenoot betrapt op zo’n affaire met een Duitser. Wanneer Tinne gesels over haar persoon opvangt, ontstaan er twijfels. Hoelang duurt haar verzet dan nog?

24,50
Voorkant cover

Goudenregen, oog omhoog

Frans Frengen

Tinne, als kapitein bij het verzet in Londerzeel en omstreken, is een niet te versmaden eigenares (26 lentes in 1943) van een kruidenierswinkeltje. Ze voelt uiteindelijk dat het vijandelijk net zich nauwer sluit bij een vechten tegen de bezetting, waarbij de gemoederen van de bezetter intern oplaaien. Is het omdat zij de klokkenroof wil verijdelen? Loopt ze te veel in de schijnwerpers met haar aanwezigheid bij verzetsdagen met gijzelingen? Laat ze van haar pluimen? In ieder geval leidt dit tot moordpogingen op haar persoon.
23,50