De moord op het Bovenwiede

Giethoorn is een vrij rustig dorp, totdat er een moord wordt gepleegd. Het slachtoffer is een bekend en geliefd figuur in dit dorp. Er wordt dan ook een grootscheeps onderzoek door de politie gedaan naar de moord op de jonge vrouw, en alle inwoners zijn aangedaan. Er is hier nog nooit een moord gepleegd. Tot overmaat van ramp wordt Giethoorn opgeschrikt door een tweede moord, wederom een jonge vrouw. Men denkt dat beide moordzaken verband houden, maar dit is onzeker. Tijdens het verhaal wordt er constant speurwerk verricht, maar dit stuit op veel knelpunten. Zeker als er ook nog eens een dubbele moord wordt gepleegd.

"Ik kom uit Giethoorn. Ik ben nog geen jaar schrijver en toch is dit al mijn tweede boek. Ik vind het geweldig dat ik mijn talent nog op latere leeftijd heb ontdekt. Mijn vorige boek, Het went nooit, ging over mijn bipolaire stoornis, en door het schrijven daarover ben ik beter gaan functioneren. Het mooiste van schrijven vind ik dat je de fantasie de vrije loop kan laten en zo je eigen wereld kan maken. Ik hoop een compleet schrijver te worden."

Ze liepen over het duistere binnenpad en kwamen over het paadje dat naar het paviljoen liep op hun bestemming terecht. Het viel de man op dat er een bootje aan de steiger aangemeerd was, heel ongewoon in de nacht. Wendy vroeg of hij nog een kopje koffie wilde maar de man sloeg dit af, hij moest nog naar Meppel waar hij woonde. Wendy sloeg nog even een blik op de boot en stak toen de sleutel in het slot. Ze had een onbehaaglijk gevoel en deed snel de gordijnen dicht. Ze wilde de boze buitenwereld buitensluiten.
Eerder op de avond hadden de drie mannen afgesproken zo rond 23:30 uur nog een afzakkertje te nemen in de Fanfare. Toen ze daar binnenkwamen was het feest van het gezelschap van Wendy in volle gang. De mannen zochten direct contact met Wendy, die daar niet van gediend was. Ze had immers gezelschap van Johan, de man uit Meppel. Gepikeerd draaiden de mannen zich om en gingen aan de bar zitten. De rest van de avond brachten de mannen mokkend door. Om 1:00 uur gingen de kerels huiswaarts. Jan naar het Noordeinde en Wouter en Berend bleven in het Zuideinde. Wat er de rest van de nacht met de mannen is gebeurd was onduidelijk. De nacht was nog jong en een deken van mist bedekte het grootste deel van Giethoorn. Het Bovenwiede werd voor een groot deel aan het oog ontrokken, een ideale nacht voor iemand die iets slechts in de zin heeft. Er was nog wat rumoer op het pad, mensen die uit de Fanfare kwamen en wat plaatselijke hangjongeren die naar huis keerden. Een enkele eend snaterde nog, maar een uur later was het doodstil in het dorp. Er was iets gebeurd, maar niemand wist nog wat. De duisternis was onheilspellend en een late Gieterse liet nog even zijn hond uit.