Je hebt je plot uitgewerkt en je verhaal staat op papier. Wat een fantastisch gevoel moet dat geven! De meeste auteurs staan op dat moment te springen om hun manuscript naar een uitgever te sturen. Alleen, heb je jouw tekst wel gecontroleerd op eventueel achtergebleven foutjes? We hebben vijf tips voor je op een rij gezet om de meeste gemaakte fouten in je manuscript te voorkomen. Til je tekst aan de hand van deze tips naar een hoger niveau!
Gebruik verleden tijd en tegenwoordige tijd niet door elkaar, maar kies een verteltijd en wees consequent. Schrijf bijvoorbeeld niet: Julia en Tim staken de straat over. Even later buigen ze rechts af, maar liever: Julia en Tim steken de straat over. Even later buigen ze rechts af.
Houd in je achterhoofd dat schrijven in de tegenwoordige tijd actiever overkomt en schrijven in de verleden tijd passiever. Dit wil niet zeggen dat je geheel niet kunt wisselen van tijd. Wel raden wij je aan om alleen van tijd te wisselen als het een functie heeft in de tekst. Op de website van Taaladvies lees je daar meer over. Klik hier voor meer informatie.
Zet gesproken tekst altijd tussen aanhalingstekens. Zo is het voor de lezer duidelijk dat er iemand aan het woord is. Klik hier om te lezen hoe wij omgaan met het weergeven van gesproken zinnen.
Een tekst wordt levendiger als je gebruik maakt van gesproken zinnen. Door personages hun verhaal te laten doen, hoef jij niet alles uit te leggen en komen je personages tot leven.
We krijgen nogal eens manuscripten binnen waarin na elke zin een enter of harde return is gebruikt. Daardoor vormt elke zin een aparte alinea. Zoals je in onderstaand voorbeeld ziet, levert dat een onrustig beeld op.
Cindy en Marieke kenden elkaar nu zo´n vijf jaar.
Hun ouders waren goed bevriend.
De afgelopen weken was er echter iets veranderd.
Marieke was stil geworden, had zich teruggetrokken en was Cindy een beetje gaan ontlopen.
Maak je alinea’s gerust groter door er een aantal zinnen in onder te brengen. Dat leest prettiger. Hoeveel zinnen je in een alinea zet, hangt van de context af. Als je tekst eruitziet zoals in het voorbeeld hieronder, dan gaat het zeker goed.
Cindy en Marieke kenden elkaar nu zo´n vijf jaar. Hun ouders waren goed bevriend. De afgelopen weken was er echter iets veranderd. Marieke was stil geworden, had zich teruggetrokken, was Cindy een beetje gaan ontlopen.
Er is één uitzondering op dit punt: als een van je zinnen uit de alinea uit een citaat of gesproken stuk tekst bestaat, behoort de volgende uitspraak (van de andere persoon in de dialoog), op een nieuwe regel te komen. Je lezers begrijpen anders al snel niet meer niet wie wat zegt.
Cindy had nooit verwacht dat Marieke iets voor haar zou verzwijgen.
Waarom heb je dat niet eerder verteld?
vroeg ze daarom verbaasd.
Ik was bang dat je het gek zou vinden,
antwoordde Marieke.
Je begint een nieuwe alinea door op de entertoets te klikken. Voeg na een alinea niet ook nog een extra witregel toe. Dat kan alleen als je in je verhaal overspringt naar een andere scène.
Woorden mogen in het Nederlands vaker aan elkaar worden geschreven dan dat je wellicht zou denken. Dit heet een samenstelling: een woord dat door verbinding van twee of meer woorden is gevormd. Veel mensen schrijven samenstellingen ten onrechte los van elkaar. Zo kunnen bijvoorbeeld de woorden koelkast en magneet samen het woord koelkastmagneet vormen. In het Nederlands worden samenstellingen als één woord geschreven, in tegenstelling tot in bijvoorbeeld het Engels.
Op de website van Onze Taal is een artikel te vinden, waarin de regels helder worden uitgelegd.
Schrijf getallen onder de twintig en tientallen/honderdtallen en dergelijke helemaal uit.
Data zijn hiervan uitgezonderd. Schrijf bijvoorbeeld zeven jaar
, in plaats van 7 jaar
.
Hierdoor voorkomt je dat het oog van de lezer blijft haken
aan een getal in de tekst.
Jaartallen mag je uiteraard wel gewoon met cijfers blijven noteren.
Voor tijdsbepalingen is het aan te raden om zoveel mogelijk de uitgeschreven variant te gebruiken. Dus: het was kwart over drie
, in plaats van: het was 15:15
.
Dat leest prettiger.
Het uitschrijven van getallen heeft vooral betrekking op fictie. Schrijf je een informatief werk over bijvoorbeeld een financieel of economisch onderwerp, dan is het natuurlijk logischer om voor bepaalde eenheden cijfers te gebruiken, ook al zijn het bijvoorbeeld tientallen/honderdtallen. Twijfel je op dit punt, vraag dan gerust om advies!
Iedere schrijver zal herkennen dat je, als je voor de zoveelste keer naar je manuscript hebt gekeken, een blinde vlek hebt voor je eigen fouten. Op een gegeven moment herken je ze niet meer.
Laat je werk daarom een keer lezen door iemand uit je eigen omgeving die goed is in de Nederlandse taal en die niet bang is om je opbouwende kritiek te geven. Twee paar ogen zien immers meer dan één!
Fouten in een manuscript vormen een drempel voor het uitgeven ervan. xxDoor bovenstaande tips in je achterhoofd te houden bij het nalezen van je tekst, vergroot je dus de kans om jouw verhaal in boekvorm in handen te krijgen. Maar… vrees niet. Wij beoordelen alle ingezonden manuscripten ook op de inhoudelijke kant. We zullen een manuscript nooit afwijzen op enkel taal- en leestekenfouten. Stuur je manuscript naar ons toe; wij helpen je graag verder op weg.